Advertenties
Kabeldoor-
voer in
klem
Kabels goed bevestigen.
Het via een kabel aangesloten voedingsgedeelte in de
standaardinbouwdoos plaatsen.
Het voedingsgedeelte met passende schroeven in de inbouwdoos
bevestigen.
De melderkop op het voedingsgedeelte steken.
De spanning inschakelen en de werking van het apparaat controleren.
De schroeven van de melderkop vastdraaien.
Afdekraam op de juiste manier plaatsen (controleren m.b.v. de
uitsparing van de transparante afdekplaat).
vaste schroef
4. Handmatige AAN-UIT-modus en dimfunctie
Handmatige lichtregeling
Met de eerste druk op de knop op klem Ext.1 wordt de relaisstatus
omgekeerd (geval 1: AAN
UIT, geval 2: UIT
Geval 1: handmatige uitschakeling (onafhankelijk van de lichtsterkte):
Als de verlichting is ingeschakeld, kan deze handmatig weer worden
uitgeschakeld. Als de verlichting door indrukken van de drukknop op
klem Ext.1 wordt uitgeschakeld (
activering van de handmatige
UIT-modus), blijft deze, ook als er personen aanwezig zijn, uit.
Als de ruimte gedurende langere tijd leeg is (nalooptijd verstroken),
wordt de handmatige UIT-modus gedeactiveerd; de melder gaat terug
naar de Automatische modus. Als het apparaat in de handmatige
UIT-Modus staat, wordt de Automatische modus geactiveerd als de
drukknop voor de 2e keer wordt ingedrukt.
Geval 2: handmatige inschakeling (onafhankelijk van de lichtsterkte):
Als de verlichting is uitgeschakeld, kan deze handmatig weer worden
ingeschakeld. Als de verlichting door indrukken van de drukknop op
klem Ext.1 wordt ingeschakeld ( activering van de handmatige AAN-
modus), blijft deze 30 min. aan als er personen aanwezig zijn.
Na 30 min schakelt het apparaat over naar de Automatische modus.
Handmatige aansturing of activering van kanaal 1 (licht)
(onafhankelijk van de lichtsterkte)
Als kanaal II in de UIT-modus staat, kan deze handmatig worden
ingeschakeld. Als kanaal II handmatig door indrukken van de knop op
klem Ext.2 wordt ingeschakeld, blijft deze aan totdat de laatste beweging
wordt gedetecteerd en de vooraf ingestelde nalooptijd is verstreken;
Hij wordt dan automatisch uitgeschakeld.
Constante lichtregeling
1. Automatische constante lichtregeling
Afhankelijk van de ingestelde lichtsterkte wordt kanaal 1 (licht)
automatisch lichter of donkerder gedimd om de melder aan de inge-
stelde lichtsterkte aan te passen (de luxwaarde is gelijk aan het lichtniveau
van de verbruiker plus het omgevingslichtniveau).
2. Handmatige dimfunctie met externe drukknop
Drukknop 2 s indrukken: De melder wordt omhoog- of omlaag gedimd.
Drukknop loslaten als de gewenste lichtsterkte is bereikt.
Opmerking: de dimrichting wordt bij elke druk op de knop omgekeerd.
AAN)
5. Potentiometer instellen
De potentiometers niet tussen 2 waarden instellen om een ver-
keerde instelling te vermijden.
Licht (lux)-instellingen
SPHINX 104-360/2 DIMplus heeft 6 lux-
instellingen: 5/100/300/500/1000/2000
lux
Tijd (Time)-instellingen
Time1: 4 Instellingen: 5 s/3 min/10 min/20 min, plus TEST (2 s, lux-
meting speelt geen rol) en
(AAN 1 s, UIT 9 s).
Testmodus ter controle van het registratiebereik
De tijd (Time)-draaiknop in de stand Test zetten. De melder schakelt
over naar de Testmodus en wordt niet door de lux-instelling beïnvloed.
Als het apparaat wordt geactiveerd, wordt zowel de verbruiker als
de LED 2 s ingeschakeld, waarbij de aanwezigheidsmelder naar de
Test-Standby-Modus omschakelt.
Time2: 4 Instellingen:1 min/30 min/60 min/120 min
Automatische/handmatige (halfautomatische) modus
Handmatig: Kanaal I en kanaal II zijn in de Handmatige modus
(halfautomatische modus)
Automatisch: Kanaal I en kanaal II zijn In de Automatische modus
A1/M2:
Kanaal I is in de Automatische modus en kanaal II in de
Handmatige modus (halfautomatische modus)
A2/M1:
Kanaal I is in de Handmatige modus (halfautomatische modus)
en kanaal II is in de Automatische modus
6. Bewegingstest en instelling
De LED van SPHINX 104-360/2 DIMplus bevindt zich achter de lens.
De LED kan bij de bewegingstest als indicator worden gebruikt.
Als de melder wordt geactiveerd, worden de LED en verbruiker 2 s
ingeschakeld. De lux-instelling heeft daarop geen invloed.
Tijdens het opwarmen wordt de LED gedurende 40 s ingeschakeld.
rode LED (kanaal
groene LED (kanaal
Bewegingstest
De bewegingstest wordt gebruikt om een geschikte installatieplaats
te kiezen voor het best mogelijke registratiebereik.
De aanwezigheidsmelder correct installeren en de kabels op de
juiste manier aansluiten:
Aanwezigheidsmelder inschakelen.
De tijd (Time)-draaiknop op Test zetten en de bewegingstest uit-
voeren.
Van buitenaf dwars door het registratiebereik lopen.
Als de sensor is geactiveerd, worden de LED en
verbruiker 2 s ingeschakeld.
Wordt de melder op het stroomnet aangesloten, dan heeft hij een op-
warmfase van ca. 40 s nodig (verbruiker en LED zijn ingeschakeld).
Daarna gaat de melder naar de normale modus zodat een bewegings-
test kan worden uitgevoerd.
I
)
II
)
Advertenties
