Trimmen
U kunt een deel van een opgeslagen beeld uitsnijden en dit opslaan als een
nieuw beeldbestand.
Snijgebied
Weergave van snijgebied
Resolutie na bijsnijden
•
Beelden die zijn opgenomen met een resolutie van
die zijn omgezet naar
•
Beelden die kunnen worden veranderd, hebben na verandering dezelfde
breedte-hoogteverhouding.
•
De resolutie van een bijgesneden beeld is kleiner dan dat van het
oorspronkelijke beeld.
•
Films kunnen niet worden bewerkt.
Selecteer [Trimmen].
Druk op de knop n om [Trimmen]
te selecteren op het tabblad 1. Druk
vervolgens op de knop m.
Selecteer een beeld.
Druk op de knoppen qr om een beeld
te selecteren en druk vervolgens op de
knop m.
Pas het snijgebied aan.
Er verschijnt een kader rond het gedeelte
van het beeld dat u wilt bijsnijden.
Het oorspronkelijke beeld verschijnt
linksboven en het bijgesneden beeld
rechtsonder.
Als u de zoomknop beweegt, kunt u de
grootte van het kader wijzigen.
Met de knoppen opqr kunt u het kader
verplaatsen.
Met de knop m wijzigt u de richting van
het kader.
Druk op de knop n.
Sla het beeld op als een nieuw
beeld en geef het weer.
Volg stap 4 en 5 op
(p. 148)
kunnen niet worden bewerkt.
p.
148.
(p. 64)
of beelden
149