5.4 Elektrische aansluitingen
Alle handelingen van elektrische aard moeten uitgevoerd worden door personeel dat over wettelijke vereisten
beschikt, opgeleid en op de hoogte is van de risico's die aan deze activiteiten zijn verbonden.
De dimensionering en de kenmerken van de elektrische leidingen en de relatieve componenten moeten worden
bepaald door personeel dat bevoegd is om elektrische systemen te ontwerpen, volgens de internationale en nationale
voorschriften van de plaats van installatie van de eenheden, die voldoen aan de voorschriften die van kracht zijn op
het moment van installatie.
Raadpleeg verplicht het elektrische schema dat bij de eenheid geleverd is als het nodig is onderdelen buiten de
eenheid te installeren.
Het elektrische schema moet samen met de handleidingen zorgvuldig bewaard worden en beschikbaar gesteld
worden voor toekomstige werkzaamheden aan de eenheid.
Algemene informatie:
- de elektrische aansluitingen moeten tot stand gebracht worden in overeenstemming met de informatie die op het
elektrische schema staat dat bij de eenheid gevoegd is en met de voorschriften die van kracht zijn op de plaats
van installatie;
- de aardaansluiting is wettelijk verplicht;
- de installateur moet de aardkabel met gebruik van de speciale PE-klem aansluiten op de aardstang in het
elektrische schakelbord;
- controleer of de voedingsspanning overeenkomt met de nominale gegevens van de eenheid (spanning, aantal
fasen, frequentie) die op het plaatje staan dat op de eenheid aangebracht is;
- de standaard voedingsspanning (zie het specifieke elektrische schema) mag geen variaties van meer ±10%
ondergaan en het onevenwicht tussen de fasen moet altijd kleiner zijn dan 2%;
- de voeding van het controlecircuit is afkomstig van de vermogensleiding, via een transformator die zich in het
elektrische schakelbord bevindt; het controlecircuit wordt beschermd door speciale zekeringen;
- controleer of de voedingsleiding correct rechtsom aangesloten is op de fasevolgorde.
In het elektrische schakelbord is een fasevolgorderelais aanwezig die met twee leds uitgerust is.
De groene led duidt op de aanwezigheid van de driefasige leiding.
De gele led signaleert de correcte fasevolgorde.
Het contact van het fasevolgorderelais onderbreekt de 230V-voeding, de controller wordt nog steeds
van stroom voorzien maar de ventilatoren en de compressoren zullen niet van start gaan.
Gebruik voor de bevestiging van de voedingskabel de bevestigingssystemen van de
vermogenskabels die bestand zijn tegen trek- en draaikrachten.
Het gewicht van de kabels mag niet op het elektrische aansluitingssysteem rusten.
Controleer voordat u werkzaamheden aan elektrische onderdelen uitvoert, of er geen spanning is.
Vertaling van originele instructies
Installatiehandleiding
26
Afb. 8 Fasevolgorderelais
Wij behouden ons het recht voor zonder voorgaande kennisgeving wijzigingen aan het ontwerp aan te brengen
UATYQ*Y1
Packaged Rooftop
4P522680-1