Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Invertek Drives OPTIDRIVE E3 IP20 Handleiding pagina 18

Inhoudsopgave

Advertenties

Par.
Omschrijving
P-25
Functieselectie digitale / analoge uitgang (klem 8)
Functieselectie digitale uitgang. De uitgang stuurt +24V DC (max. 20 mA belasting) uit wanneer de voorwaarde waar is.
0 : Regelaar in "Run". Uitgang wordt hoog wanneer de regelaar is gestart.
1: Regelaar "OK". Uitgang wordt hoog wanneer de voedingsspanning aanwezig is en er geen fout is.
2 : Motor op snelheid. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele snelheid gelijk is aan de gewenste snelheid.
3: Regelaar in fout. Uitgang wordt hoog wanneer de regelaar een fout geeft.
4 : Motor snelheid >= grens. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele snelheid groter of gelijk is aan de ingestelde waarde van P-19.
5 : Motor stroom >= grens. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele stroom groter of gelijk is aan de ingestelde waarde van P-19.
6 : Motor snelheid < grens. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele snelheid kleiner is dan de ingestelde waarde van P-19.
7 : Motor stroom < grens. Uitgang wordt hoog wanneer de actuele stroom kleiner is dan de ingestelde waarde van P-19.
Functieselectie analoge uitgang (0-10V)
8 : Uitgangsfrequentie (Motor snelheid). 0 - 10V = 0 tot P-01, resolutie = 0,1 Hz
9 : Uitgangsstroom (Motor stroom). 0 - 10V = 0 to 200% van P-08, resolutie = 0,1 A
10 : Uitgangsvermogen. 0 – 10V = 0 – 200% van het vermogen van de regelaar.
P-26
Frequentiesprong hysterese
P-27
Middelpunt frequentiesprong
Stel eerst P-09 in voordat deze parameter wordt gewijzigd. De frequentie hysterese zal ervoor zorgen dat de regelaar de uitsturing
zodanig aanpast dat de regelaar altijd boven of onder de frequentie hysterese gaat draaien. De actuele uitsturing wordt pas
aangepast wanneer het setpoint de andere kant van de hysterese bereikt. De regelaar gaat met de normale acc. (P-03) en dec. (P-
04) tijden door de frequentieband heen.
P-28
Aanpassing spanning U/Hz curve
P-29
Aanpassen frequentie U/Hz curve
Samen met parameter P-28 kan de U/Hz curve aangepast worden.
P-30
Start, herstart mode bij aansturing via de klemmen en de instellingen voor "Fire mode"
Index 1 : Start en herstart mode bij aansturing via de klemmen
 : wanneer er spanning op de regelaar wordt gezet en de digitale ingang 1 is gemaakt (start commando) zal de regelaar niet
starten. Het start commando zal eerst weg moeten worden genomen om opnieuw een start commando te kunnen geven.
 : De regelaar start altijd. Ook als er spanning op de regelaar wordt gezet en de digitale ingang 1 gemaakt is.
 tot  : De regelaar zal 1 tot 5 maal proberen om automatisch te herstarten na een fout (25s tussen de pogingen).
Wanneer de fout weg is zal de regelaar herstarten. Om de herstart teller te resetten moet de regelaar; spanningsloos worden
gemaakt of moet er op de resetknop van de regelaar worden gedrukt of moet de regelaar een nieuw start commando krijgen.
Index 2: logica selectie "Fire mode"
Selecteert welk type logica er gebruikt wordt voor de "Fire mode" wanneer P15 = 15, 16 of 17:
0 : Normally Closed (NC) ingang. "Fire mode" is actief wanneer de ingang laag is.
1 : Normally Open (NO) ingang. "Fire mode" is actief wanneer de ingang hoog is.
Index 3: selectie werking ingang "Fire mode"
Selecteert de werking van de "Fire mode" ingang wanneer P15 = 15, 16 of 17:
0 : Maintained Input. De "Fire mode" is alleen actief wanneer de ingang actief is (NO of NC afhankelijk van index 2).
1 : Momentary Input. De "Fire mode" is actief wanneer de ingang kort geactiveerd wordt. (NO of NC afhankelijk van index 2). De
regelaar blijft in "Fire mode" totdat de vrijgave of de voedingsspanning wegvalt.
P-31
Onthoudfunctie snelheid bij aansturing via het bedienpaneel/Modbus
Deze parameter is alleen actief in bedienpaneel mode (P-12 = 1 or 2) of Modbus Mode (P-12 = 3 of 4) . Wanneer P-31 op 0 of 2
wordt ingesteld zal de regelaar altijd starten met de minimale snelheid. Wanneer P-31 op 1 of 3 wordt ingesteld zal de regelaar met
de vorige snelheid starten waarmee de regelaar draaide op het moment dat het startcommando werd weggenomen.
Wanneer P-31 op 2,3,6 of 7 wordt ingesteld bepaald de status van digitale ingang 1 het start/stop commando. De start/stop
knoppen worden hierdoor uitgeschakeld.
0 : Minimale snelheid (P-02), start/stop via het bedienpaneel
1 : Vorige snelheid (onthoudfunctie), start/stop via het bedienpaneel
2 : Minimale snelheid (P-02), start/stop via de klemmen
3 : Vorige snelheid (onthoudfunctie), start/stop via de klemmen
4 : Huidige snelheid, start/stop via het bedienpaneel
5 : Voorkeuzesnelheid 4, start/stop via het bedienpaneel
6 : Huidige snelheid, start/stop via de klemmen
7 : Voorkeuzesnelheid 4, start/stop via de klemmen
P-32
Index 1 : Tijdsduur gelijkstroomremmen (DC brake)
Index 2 : Selectie gelijkstroomremmen (DC brake)
Index 1 : bepaalt hoe lang er een gelijkstroom door de motor wordt gestuurd. De hoogte van de stroom wordt bepaalt door P-59.
Index 2 : bepaalt wanneer er een gelijkstroom door de motor wordt gestuurd:
0 : Gelijkstroomremmen bij stop. Na een stop commando wordt er bij 0.0 Hz gedurende de ingestelde tijd (zie index 1) een
gelijkstroom in de motor geïnjecteerd. D.m.v. de gelijkstroomrem kan de motor worden stilgezet wanneer deze nog draait bij 0.0 Hz.
LET OP
Wanneer de regelaar in "Standby Mode" gaat zal de regelaar niet gelijkstroomremmen.
1 : Gelijkstroomremmen bij start. Na een start commando wordt er bij 0.0 Hz gedurende de ingestelde tijd (zie index 1) een
gelijkstroom in de motor geïnjecteerd. Na het gelijkstroomremmen zal de motor gaan accelereren naar de gewenste snelheid.
2 : Gelijkstroomremmen bij start & stop. Zie de uitleg van de instelling 0 en 1.
18
Optidrive ODE-3 Handleiding Versie 1.02
Minimaal
Maximaal
Standaard
0
10
0.0
P-01
0.0
P-01
0
P-07
0.0
P-09
N.v.t.
N.v.t.
Edge-r
0
1
0
1
0
7
0.0
25.0
0
2
Eenheid
8
-
0.0
Hz / RPM
0.0
Hz / RPM
0
V
0.0
Hz
-
0
-
0
-
1
-
0.0
s
0
-

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Optidrive e3 ip66Optidrive e3

Inhoudsopgave