B(E) serie dieselaandrijving
Stoppen van de motor
Na, of tussen de gebruiksperiodes van de motor de contactsleutel opbergen zodat
onbevoegden de motor niet kunnen starten.
Motoren met elektrische startinrichting
– Toerenverstelhefboom tot aanslag "stop" terugstellen.
Motor stopt.
– Contactsleutel in stand "0" zetten en uitnemen.
Controlelampjes moeten uit zijn.
Aanwijzing
Motoren met motorbeveiligingsautomaat (te herkennen aan de schakelkast met
voorgloeicontrolelampje "6" Afb.13) kunnen door het terugdraaien van de contactsleutel in de positie 0
stopgezet worden.
Pompunit met dieselmotor aandrijving
7.40
1401