Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Canon EOS M5 Gebruikershandleiding pagina 133

Inhoudsopgave

Advertenties

7
Kies de camera waarmee
u verbinding wilt maken.
Selecteer de camera op het scherm dat
op de smartphone wordt weergegeven
om het koppelen te starten.
8
Pas de privacyinstelling aan.
Als dit scherm wordt weergegeven,
drukt u op de knoppen [ ][ ] of draait
u het keuzewiel [ ] om [Alle beelden]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop [ ].
Nu kunt u uw smartphone gebruiken om
Live View-opnamen te maken op afstand
of voor het doorbladeren, importeren of
geotaggen van beelden op de camera.
9
Verzend een beeld.
Draai het keuzewiel [ ] om een beeld te
selecteren dat u wilt verzenden. Druk op
de knoppen [ ][ ] om [Dit beeld verz.]
te selecteren en druk vervolgens op de
knop [ ].
Nadat het beeld is verzonden, wordt
[Transfer gereed] weergegeven en
wordt het scherm voor beeldoverdracht
opnieuw weergegeven.
Om de verbinding te verbreken, drukt u
op de knop [
]. Selecteer in het
bevestigingsscherm [OK] (druk op de
knoppen [ ][ ] of draai het keuzewiel
[ ]) en druk daarna op de knop [ ].
U kunt ook de smartphone gebruiken om
de verbinding te verbreken.
Voor Live View-opnamen maken op afstand, selecteert u
[Alle beelden] bij stap 8.
Alle beelden op de camera kunnen worden bekeken op de
verbonden smartphone wanneer u [Alle bldn] kiest in stap 8.
Selecteer een andere optie in stap 8 (= 152) als u de
beelden van de camera wilt beperken die op de smartphone
kunnen worden weergegeven. Zodra u een smartphone hebt
geregistreerd, kunt u de bijbehorende privacyinstelling op de
camera aanpassen (= 152).
Om verbinding te kunnen maken moet er een geheugenkaart in
de camera zitten.
U kunt ook de bijnaam van de camera veranderen in het scherm
bij stap 2 (= 153).
U kunt het scherm bij stap 3 ook openen door MENU (= 35) >
tabblad [ 4] > [Wi-Fi-verbinding] te kiezen.
Als u verbinding wilt maken zonder een wachtwoord in te
voeren bij stap 5, selecteert u MENU (= 35) > tabblad [ 4] >
[Draadloze instell.] > [Instellingen Wi-Fi] > [Wachtwoord] > [Uit].
[Wachtwoord] wordt niet meer weergegeven in het SSID-scherm
(in stap 4).
Zodra u eerder verbinding hebt gemaakt met apparaten, worden
recente bestemmingen als eerste vermeld wanneer u het Wi-Fi-
menu opent. U kunt eenvoudig opnieuw verbinding maken door
op de knoppen [
][
] te drukken om het apparaat te kiezen en
vervolgens op de knop [
] te drukken. Als u een nieuw apparaat
wilt toevoegen, opent u het scherm voor apparaatselectie door
op de knoppen [ ][ ] te drukken. Configureer vervolgens 
de instelling.
Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven,
kiest u MENU (= 35) > tabblad [ 4] > [Draadloze instell.] >
[Instellingen Wi-Fi] > [Doelhistorie] > [Uit].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M-, C1- en C2-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
133

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave