4.7.5.2 Gebeurtenislogboek wissen
4.8 Volumekalibratie
Wis het gebeurtenislogboek nadat gebeurtenisdetails zijn
gecontroleerd, om het aantal ingangen dat wordt weergegeven te
verminderen.
Procedure:
1. Selecteer
DIAGNOSTICS
(Diagnose\>Gebeurtenislogboek) in het hoofdmenu om het
gebeurtenislogboek te wissen.
2. Selecteer
(Wissen).
ERASE
3. Selecteer
(Ja) om het wissen te bevestigen.
YES
Monsters kunnen worden verzameld met de vloeistofsensor
ingeschakeld (aanbevolen) of uitgeschakeld. Indien de
vloeistofsensor is ingeschakeld, is de volumekalibratie optioneel.
Indien de vloeistofsensor is uitgeschakeld, moet het volume voor
monstername, spoeling en stormwater handmatig worden
gekalibreerd.
Indien de vloeistofsensor wordt gebruikt voor volumekalibratie,
wordt de sensor aangepast om nauwkeurig alle geprogrammeerde
volumes te meten. Indien de sensor is uitgeschakeld en het volume
wordt gekalibreerd op tijd, moeten alle geprogrammeerde
monstervolumes handmatig worden gekalibreerd.
Controleer de kalibraties door het volume van een momentaan
monster te meten
(paragraaf 4.8.3 op pagina
kalibratie met de vloeistofsensor geen nauwkeurige volumes geeft,
kan de sensor worden gekalibreerd
Voor normale toepassingen kan kraanwater worden gebruikt voor
het kalibreren van volume. Indien de samenstelling van het monster
aanzienlijk verschilt van normale watermonsters, kunt u de sampler
kalibreren met de vloeistof waarvan de monsters moeten
worden genomen.
Er kan geen kalibratie worden uitgevoerd tijdens het uitvoeren van
een monsternameprogramma. Alle programma's moeten vóór de
kalibratie worden beëindigd.
Sampler bedienen
\>
EVENT LOG
55). Indien de
(paragraaf 4.9.1 op pagina
56).
52