Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningshandleiding
Automatisch afstapelen in-/
uitschakelen
Apparaatuitvoering met automatisch afstapelen
I
Bij RF vaatwerkretourbanden met automatisch afstapelen zijn de beide
bedrijfsstanden filestandschakeling en automatisch afstapelen onderling
gekoppeld. Bij ingeschakeld automatisch afstapelen loopt de snaartrans-
portband van het dienbladopleggedeelte permanent en de snaartrans-
portband in het afruimgedeelte in filestand. Het automatisch afstapelen is
bedoeld om afgeruimde dienbladen aan het uiteinde van de band auto-
matisch op een aangekoppelde dienbladstapelaar CCE-A af te stapelen.
In de filestand met automatisch afstapelen wordt de bandloop van de
complete RF vaatwerkretourband uitgeschakeld wanneer:
op een noodstopschakelaar wordt gedrukt.
op de UIT-knop wordt gedrukt.
er geen dienbladen meer bij kunnen op de aangeschoven dienblad-
stapelaar.
De bandloop wordt onderbroken wanneer een niet afgeruimd dienblad
wordt gedetecteerd door de fotocel voor detectie van niet afgeruimde
dienbladen aan het uiteinde van de band. Zodra het dienblad is afge-
ruimd, loopt de band weer aan.
De filestandschakelaar heeft twee standen:
Stand I: filestand en automatisch afstapelen AAN (discontinue band-
loop)
Stand II: filestand en automatisch afstapelen UIT (continue bandloop)
Een dienbladstapelaar CCE-A is tegen de transportband geplaatst
De wielvastzetters van de dienbladstapelaar CCE-A zijn vastgezet
De fotocel voor detectie van niet afgeruimde dienbladen is afgesteld
– 27 –
Transportbanden GSPV, RSPV, RF
Advertenties
Inhoudsopgave
