9
Onderhoud en reparatie
Werkwijze:
1. Slangkoppelstuk aan het uiteinde van de te vervangen hydraulische slang
losmaken.
2. De olie uit de hydraulische slang laten lopen.
3. Het andere uiteinde van de hydraulische slang losmaken.
4. Het losgemaakte uiteinde van de slang direct in de olieopvangbak laten zak-
ken en de aansluiting afsluiten.
5. Slangbevestigingen losmaken en hydraulische slang verwijderen.
6. De nieuwe hydraulische slang aansluiten. Slangkoppelstukken vastdraaien.
7. Hydraulische slang met de slangbevestigingen vastzetten.
8. Positie van de nieuwe hydraulische slang controleren.
De hydraulische slangen zijn met succes vervangen.
9.12.3
Hydraulische motoren controleren
Controleer alle hydraulische motoren regelmatig, minimaal echter voor elke
strooirit.
De hydraulische motoren dienen voor de aandrijving van de strooischijven. Ze
bevinden zich links en rechts onder de beschermafdekking van de overbrenging.
Afb. 9.17: Hydraulische motor
[1] Hydraulische motor
[2] Overbrenging
Componenten op uitwendige beschadiging en lekkage controleren.
114
De slanggeleiding moet identiek aan die van de oude hydraulische slang
zijn.
De slang mag nergens schuren.
De slang niet draaien of onder spanning leggen.
1
2