CombiSump
10.7
CS/NL (1606) 5.4
Vloeistofniveau
Een goede werking van de pomp vereist een voldoende hoog vloeistofniveau. Wanneer
namelijk het vloeistofniveau te laag mocht zijn bestaat het gevaar dat lucht wordt
aangezogen. Er ontstaat dan het zogenaamde "vortex-effect". Niet alleen de prestatie van
de pomp zal hierdoor verminderen maar er kan ook ernstige schade aan de pomp
onstaan vanwege trillingen, cavitatie of onvoldoende smering van het glijlager. Het
"vortex-effect" treedt op wanneer de instroomsnelheid in de pomp dermate hoog is dat
sterke wervelingen in de vloeistof ontstaan ("draaikolken").
In de maatschets is de maat mp als minimum vloeistofniveau aangegeven waarbij de
pomp gestart mag worden (bij gesloten persafsluiter). De waaier en eventueel het
onderste glijlager zijn dan voldoende ver in de vloeistof geplaatst. Echter in de
onderstaande grafiek is het vereiste vloeistof t.o.v. de pompinlaatopening aangegeven in
funktie van de capaciteit en de inlaatdiameter van de pomp. Afhankelijk van het werkpunt
van de pomp moet dus rekening worden gehouden met dit minimum vloeistofniveau.
mp[m]
10
1
0,1
1
Figuur 19:
Minimum vloeistofniveau als funktie van de capaciteit en de inlaatdiameter.
Technische gegevens
50
65
10
100
Q[m3/h]
80
100
125 150
200
250
300
350
400
450
500
1000
3000
65