De SDT 170 M, M+ en MD bevatten 1.000 geheugennummers. Elk geheugennummer kan
tot 4 data-elementen (metingen) opslaan.
Gebruik
Een geheugennummer is algemeen toegewezen aan een fysische plaats.
Voorbeeld: 'Werkplaats 3 – afvalwaterretourpomp' kan geheugennummer één
definiëren.
Voor elk geheugennummer (in feite de fysische plaats) definieert de gebruiker het
type sensor dat moet worden gebruikt. Voorbeeld: het ultrasone geluidsniveau op
het voorste pomplager, de rotatiesnelheid van de pomp en de temperatuur
moeten worden gemeten.
Voor elk geheugennummer (meetpunt) kan een label van 12 tekens worden
gedefinieerd en van een pc naar het geheugen van de SDT 170 worden
gekopieerd (enkel versie MD). Zie de overeenkomstige gebruikshandleiding van
de SDT 170 - Data Management-software voor meer informatie.
In dit voorbeeld werden vier meettypes uitgevoerd op geheugennummer 2 (T°, dB
en dBA).
23. Specifiek voor de SDT 170 M, M+ en MD
137
010
V,
RPM
013