4.4 Aansluiten van het gas
Sluit het gas aan op de gas aansluiting achter op de machine (Fig. 4-2, Fig. 4-4, Fig. 4-6 of Fig. 4-8).
W
AARSCHUWING
•
Gebruik een geschikte slang die goed past op de gasaansluiting. Maak de
slang goed vast met een slangklem.
•
Veranker de gasflessen stevig zodat, zodat deze niet om kunnen vallen.
•
De druk op de gasaansluiting mag niet hoger zijn dan 1 bar.
•
Gebruik geen brandbare, explosieve, giftige en/of agressieve gassen.
Raadpleeg bij twijfel de dealer.
•
Gebruik geen gasmengsels die meer dan 21% zuurstof bevatten, in verband
met brand of explosie gevaar.
•
Zorg voor een goed geventileerde ruimte: er moet steeds toevoer zijn van
verse lucht voor de bediener.
4.5 Aansluiten van extra sealdruk
Sluit de perslucht aan op de seal aansluiting achter op de machine (Fig. 4-2, Fig. 4-4, Fig. 4-6 of Fig. 4-7).
W
AARSCHUWING
•
Gebruik een geschikte slang die goed past op de gasaansluiting en maak de
slang goed vast met een slangklem.
•
Gebruik alleen schone en droge perslucht.
•
Als er geen perslucht aanwezig is, kan ook het gas van de gas-optie worden
gebruikt. Hierdoor neemt het gasverbruik wel toe.
•
De machine kan voorzien zijn van een gasaansluiting. Sluit de perslucht niet
aan op deze aansluiting.
•
De druk op de sealaansluiting mag niet hoger zijn dan 1 bar.
16
Installatie
96.06.5.0510-IM-nl/06.03