3 Naaien
Wanneer de naaimachine wordt ingeschakeld, is rechte
steek 01 standaard geselecteerd.
Een steek selecteren
Door op een van de 27 toetsen te drukken, selecteert u
onmiddellijk de steek die op die toets staat afgebeeld.
Het stekenoverzicht op pagina 7 geeft de aanbevolen
draadspanning en de naaivoet aan voor iedere steek. Na
het selecteren van uw steek, stelt u de draadspanning in
en bevestigt u de aanbevolen naaivoet.
Aanpassingen aan steken
Uw machine stelt automatisch de lengte (A) en breedte/
positie (B) in voor de geselecteerde steek. U kunt uw
eigen aanpassingen maken aan de geselecteerde steek.
De veranderingen aan de instelling hebben alleen
invloed op de geselecteerde steek en worden teruggezet
op standaard wanneer een andere steek wordt
geselecteerd. De veranderde instellingen worden niet
automatisch opgeslagen wanneer u de naaimachine
uitzet.
Druk eenmaal op "-" of op "+" naast de instelling die u
wilt veranderen. De ingestelde waarde wordt in cijfers
aangegeven op het display. Verander de ingestelde
waarde door op "-" of op "+" te drukken. Het LED-
lampje (C) naast de insteltoetsen gaat branden om aan te
geven dat de ingestelde waarde niet de
standaardwaarde is. Wanneer u probeert de minimum-
of maximuminstellingen te overschrijden, hoort u een
waarschuwingsgeluid.
Let op: De standaardwaarde van een instelling knippert op het
display wanneer u door de instellingswaarden bladert.
23