3
Neem de papierlade uit de onderste bak.
4
Verwijder de beschermende onderdelen en plaats de papierlade weer in de onderste bak.
5
Controleer de twee uitlijnpennen van de onderste papierbak. Til de printer met twee personen op
en zet hem op de onderste papierbak. Til de printer altijd op aan de handgrepen die op de vier
onderhoeken van de printer zijn aangebracht. Controleer dat de uitlijnpennen goed in de printer
passen. Controleer dat de connector is aangesloten.
4 - 3 TOEBEHOREN
Afbeelding 4-2
Afbeelding 4-3
Afbeelding 4-4