Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Probleem
Bevochtiger start niet
Bevochtiger start niet
De bevochtiger vult met
water maar er wordt geen
stoom geproduceerd
Er onstaat condens in het kanaal
De vloer onder de bevochtiger
wordt nat
Er vormen zich vonken in de
cilinder een paar uur na het
starten
De cilinder vult zich met water en
loopt voortdurend leeg, zonder
stoom te produceren

6. STORINGZOEKEN

Oorzaak
1. Geen elektrische voeding
2. AAN/UIT schakelaar in positie 0 (uit )
3. Stuursignaalkabel slecht verbonden
4. Defecte zekering
5. Defecte regelaar
1. Vrijgave contact open
2. Hygrostaat verkeerd aangesloten
3. Hygrostaat defect
4. Regelsignaal niet juist ingesteld (zie notitie 5.11)
5. De door de sensor/sensoren gemeten waarde is
hoger dan de ingestelde waarde
1. Te hoge tegendruk stoomaansluiting
2. Filter vulklep verstopt
3. Mineralen in de vultank
4. Lekkage afvoerpomp
1. Lans niet correct geinstalleerd (te dicht tegen de
bovenkant van kanaal) of condensafvoer verstopt
2. Capaciteit te groot
3. Bevochtiger actief terwijl er geen luchtstoming is
1.
Afvoer geblokkeerd
2.
Het toevoerwater - of overloopcircuit heeft lekken
3.
De condensaatafvoerslang voert het water niet
naar de tank
4.
De stoomslang is niet correct aan de cilinder
bevestigd
1. Het toevoerwater bevat aanzienlijke
hoeveelheden ijzer, koper of andere geleidende
verontreinigingen.
1.
De mineralen hebben een brug gevormd tussen
de elektroden.
2.
Tegendruk van de stoomslangen of het kanaal.
3.
De flowregelaar op de vulklep is kapot of niet
gekalibreerd.
4.
Hoge geleidbaarheid van het water
5.
Overmatige schuimvorming
Oplossing
1. Controleer de beveiligingsinrichtingen stroomopwaarts
van de bevochtiger en de aanwezigheid van spanning
2. Zet de bevochtiger aan: positie I (aan)
3.
Controleer of de verbindingen goed in de
klemmenstrook zijn geplaatst.
4. Controleer de zekeringen
Controleer of deze is geactiveerd en of de juiste
spanning is aangesloten
1. Sluit het AAN/UIT contact contacts (klem AB-AB)
2. Controleer de aansluiting en de draad op beschadiging
3. Vervang de hhygrostaat
1. Controleer of de stoomslang niet naar beneden
gedraaid of gebogen is, waardoor condensaat wordt
opgevangen
2. Reinig het filter van de tank
3. Reinig de vultank
4.
controleer de spanning op de afvoerpomp en/of
vervang de afvoerpomp
1. Controleer of de stoomlans correct gemonteerd is
2. Verlaag de ingestelde stoomproductie
3. Controleer de aansluiting van het apparaat
(debietschakelaar of verschildrukschakelaar) zodat de
bevochtiger alleen actief is als de ventilator draaitl
1. Reinig het afvoercircuit en de vultank
2. Controleer het hele watercircuit
3. Controleer de juiste positie van de condensafvoerslang
in de afvoertank
4. Controleer de bevestiging van de slangklemmen op de
stoomuitlaat
1. Als u een ontharder gebruikt, controleer dan de
gebruikte zouten. Als deze additieven bevatten, stop
dan met het gebruik, spoel alle leidingen en gebruik
niet-onthard water.
2. Controleer de elektroden in de cilinder om er zeker van
te zijn dat ze tijdens het transport niet zijn beschadigd.
1. Vervang de cilinder.
2. Controleer of de stoomslangen kronkels of
verzakkingen hebben waardoor het condensaat kan
worden opgevangen en zo de doorgang blokkeert.
3. Vervang de vulklep.
4. Overweeg het gebruik van een mengsel van
gedemineraliseerd water en onbehandeld water.
5. Controleer de cilinder en vervang deze als deze leeg is.
27
NED
Tab. 6.a
"compactsteam- 11.09.2021

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave