3. Met de 3-puntslift de last over de tractortrekstang
en de steunwielen verdelen.
4. Met de tractor wegrijden.
7.2.2 Op de wendakker keren
Als er een rechte wendakker aanwezig is,
1.
met de tractor het veld afrijden tot de
parallellogrammen het einde van de plantenrijen
hebben bereikt
of
Als er een schuine wendakker aanwezig is,
met de tractor het veld afrijden tot ook de tweede
buitenste parallellogram het einde van de beide
plantenrijen heeft bereikt, waartussen deze rijdt.
2. Machine met de 3-puntslift op het veld optillen.
3. Keren tot de richting van de machine
overeenstemt met de rijrichting.
Als er een rechte wendakker aanwezig is,
4.
met de tractor het veld oprijden tot de
parallellogrammen het begin van de plantenrijen
hebben bereikt
of
Als er een schuine wendakker aanwezig is,
met de tractor het veld oprijden tot één van de
buitenste parallellogrammen het begin van een
plantenrij heeft bereikt.
5. Machine met de 3-puntslift op het veld neerlaten
tot de steunwielen op de grond staan.
AANWIJZING
Wanneer de last op de steunwielen te hoog is
zinken de steunwielen weg.
6. Met de 3-puntslift de last over de tractortrekstang
en de steunwielen verdelen.
7. Met de tractor het veld inrijden.
MG7104-NL-II | D.1 | 17.12.2021
7 | Machine gebruiken
KPP-M-machine gebruiken
CMS-T-00008502-A.1
93