Instellingen voor het tikpaneel
De instellingen voor het tikpaneel kunnen met het tikpaneel worden opgegeven of met een
hulpprogramma op een computer die op de printer is aangesloten. Zie Apparaatinstellingen
op pagina 34 voor meer informatie over het aansluiten van de printer op een computer en het
opgeven van de instellingen.
Instellingen opgeven met het tikpaneel
Druk op [
] (instellingen) of [
om een parameter te selecteren en druk vervolgens op [OK].
1
De schuifbalk geeft naast de eerste parameter een pijl omhoog weer en naast de laatste parameter een pijl omlaag.
Als u de laatste parameter selecteert, kunt u op [b] drukken om naar de eerste parameter te gaan. Als u de eerste
parameter selecteert, kunt u op [a] drukken om naar de laatste parameter te gaan.
2
De geselecteerde parameter wordt gemarkeerd.
Wanneer het tikpaneel op de printer is aangesloten, kunt u de volgende instellingen opgeven.
Toets
Afdrukdichth.
(instellingen)
Afdr. bevest.
Tekstrichting
Uitgangsstand
Achtergr. verl.
LCD-contrast
Pieper
Paneel inst.
Werken met het tikpaneel (optioneel: PA-TDU-001) (alleen TD-2120N/2130N)
] (beheer) om het menuscherm weer te geven. Druk op [a] of [b]
1
Parameter
2
Instellingen
-5/-4/-3/-2/-1/0/+1/+2/
+3/+4/+5
Aan/Uit
Normaal/
180° omgekeerd
Afscheuren/
Afscheurbalk
Aan/Uit
+2/+1/0/-1/-2
Aan/Uit
A/B
Beschrijving
Hiermee wijzigt u de
afdrukdichtheid van de
printer.
Hiermee bepaalt u of een
melding wordt
weergegeven vóór het
afdrukken, zodat het
aantal afdrukken kan
worden gecontroleerd.
Hiermee bepaalt u de
afdrukstand.
Hiermee bepaalt u de
uitvoerlocatie voor media.
Hiermee schakelt u de
LCD-schermverlichting in
en uit.
Hiermee bepaalt u het
LCD-schermcontrast.
Hiermee bepaalt u of de
printer piept wanneer u op
een toets op het tikpaneel
drukt.
Hiermee bepaalt u welk
bedieningspaneel u
gebruikt.
75
10
10
10