Gebruikershandleiding
F
Gebruik het numerieke toetsenbord met andere knoppen op het configuratiescherm om uw telefoonnummer
in te voeren. U kunt tot 20 tekens invoeren.
Opmerking:
Druk op de knop # om een plusteken in te voeren (+) dat staat voor een internationaal voorvoegsel voor het
telefoonnummer. Let op: de asterisk * kan niet worden gebruikt.
G
Druk op OK om de informatie voor de kopregel te registreren.
Faxen verzenden
Groepsfaxen verzenden door een nummer in te voeren
A
Plaats uw origineel in de automatische documentinvoer of op de glasplaat.
"Originelen plaatsen" op pagina 26
&
B
Druk op K om naar de faxmodus te gaan.
C
Gebruik de toetsen op het numerieke toetsenbord om het faxnummer in te voeren. U kunt tot 64 tekens
invoeren.
Modellen met monochroom display met 2 regels:
Als u de fax naar meer dan een ontvanger wilt sturen, drukt u op OK nadat u een faxnummer hebt ingevoerd en
selecteert u Ja om nog een faxnummer in te voeren.
Opmerking:
❏ Om het laatst gebruikte faxnummer weer te geven, druk u op
❏ U kunt de faxkwaliteit en contrastinstellingen wijzigen. Klik als u klaar bent opnieuw op x om terug te keren
naar het hoofdscherm van de faxmodus.
Modellen met 2,5 inch kleurendisplay:
Druk op x en selecteer Instellingen faxverzending — Kwaliteit of Contrast.
Modellen met monochroom display met 2 regels:
Druk op x en selecteer Kwalit. of Contrast.
❏ Controleer of u de informatie voor de kopregel hebt ingevoerd. Sommige faxapparaten weigeren automatisch
inkomende faxberichten die geen informatie in de kopregel hebben.
D
Druk op één van de knoppen x om het verzenden te starten.
Opmerking:
Als het faxnummer bezet is of er een probleem is, zal het apparaat na een minuut opnieuw proberen. Druk op
onmiddellijk opnieuw te proberen.
Faxen
.
77
om