Gebruikershandleiding
Menu
Item instellen
Communicatie
Faxverbinding
controleren
Kop
Fabrieksinstellin-
—
gen
Wi-Fi-instellingen
—
Netwerkinstellin-
—
gen
Onderhoud
—
Scanmodus
Opmerking:
Sommige functies zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model.
Menulijst van het configuratiescherm
Beschrijving
DRD: Geeft het soort ringpatroon van het antwoord aan dat u wilt gebruiken om
faxen te ontvangen. Om een andere optie dan All (of Uit) te selecteren, moet u uw
telefoonsysteem instellen om verschillende ringpatronen te gebruiken.
Afhankelijk van het land kan deze optie Aan of Uit zijn.
ECM: Geeft aan of de foutcorrectiemodus verzonden/ontvangen faxgegevens al
dan niet automatisch corrigeert bij fouten omwille van de lijn/verbinding of
andere problemen. Wanneer ECM uitgeschakeld is, kunnen er geen faxen in kleur
worden verzonden/ontvangen.
Faxsnelheid: Geeft de snelheid aan waarmee u faxen verzendt en ontvangt.
Belsignalen: Geeft het aantal belsignalen weer waarna het product een fax
automatisch ontvangt. Afhankelijk van het land is het mogelijk dat deze instelling
niet wordt weergegeven.
Kiestoondetectie: Als dit is ingesteld als Aan, begint het apparaat te kiezen nadat
het een belsignaal detecteert. Het is mogelijk dat er geen belsignaal wordt
gedetecteerd wanneer een PBX (Private Branch Exchange) of TA (Terminal
Adapter) is verbonden. In dat geval stelt u dit in als Uit. Als u dit doet, is het echter
mogelijk dat het eerste cijfer van een faxnummer wordt verwijderd en dat de fax
naar het verkeerde nummer wordt verzonden.
Kiesmodus: Geeft het soort telefoonsysteem weer dat u hebt verbonden met het
apparaat. Afhankelijk van het land is het mogelijk dat deze instelling niet wordt
weergegeven.
Controleert de status van uw faxverbinding.
"Informatie voor de kopregel maken" op pagina
&
"Kopieermodus" op pagina
&
93
76.
85.