Probleemoplossing
Probleemoplossing
Controleer alles in deze tabel voor
Probleemoplossing voordat u het spuittoestel
naar een erkend onderhoudscentrum brengt.
Diagnose spuittoestel
Probleem
Het spuittoestel maakt
geen geluid als de trekker
wordt geactiveerd.
Het spuittoestel maakt geluid,
maar er wordt geen materiaal
gespoten wanneer de trekker
wordt overgehaald.
28
Oorzaak
Het diagnoselampje knippert twee keer als de
trekker wordt ingeknepen. Dit wijst op een
onjuiste spanning.
Het diagnoselampje knippert drie keer als de
trekker wordt ingeknepen.
Dit wijst erop dat de accutemperatuur te hoog
of te laag is.
Het diagnoselampje knippert vier keer als de
trekker wordt ingeknepen.
Dit wijst erop dat de rotor klem zit.
Het diagnoselampje knippert niet als
de trekker wordt ingeknepen. Er is geen accu
geplaatst of de accu is beschadigd.
De elektrische slangaansluitingen zijn niet
aangesloten.
De slangbedrading is beschadigd.
De binnenkant van het spuitpistool is vochtig.
Het spuittoestel is nog niet gevuld.
Er mag geen lucht in de beker komen.
Vuil in de verf, vuil pompfilter
De knop Voorvullen staat in de stand PRIME
(voorvullen).
De spuittip staat niet in de stand SPRAY
(spuiten).
De spuittip is verstopt.
Geen of weinig materiaal in de beker.
De pomp is aan het einde van de levensduur.
Slang is verstopt.
De slangbedrading is beschadigd.
Het spuitpistool heeft het einde van
zijn levensduur bereikt.
Oplossing
Vervang de accu door een opgeladen accu.
De accu heeft het einde van zijn levensduur
bereikt. Vervang de accu.
Laat de accu afkoelen of opwarmen tot
kamertemperatuur.
Vervang de pomp en/of de motor.
Plaats een accu of vervang de accu.
Vervang de Smartcontrol.
Controleer of de elektrische draadconnectors
goed zijn aangesloten aan beide uiteinden
van de slang in de
ProConnect-toegangskleppen van het
spuittoestel en het pistool.
Vervang de slang.
Schud het spuitpistool en laat 10 minuten
drogen.
Open de ProConnect-toegangsklep van het
pistool, trek de draadconnector los en laat
deze een paar uur goed drogen.
Herhaal Opstarten, pagina 14.
Zorg dat de opslagplug op de bekerdeksel
open is tijdens het spuiten.
Reinig het spuittoestel, zie Reinigen,
pagina 22 en reinig het pompfilter. Zeef
de verf voordat u deze in de beker giet
en herhaal de installatie en het opstarten.
Draai de knop Voorvullen naar voren
in de stand SPRAY (spuiten).
Draai de spuittip naar de stand SPRAY
(spuiten).
Zie Verstoppingen in de spuittip
verwijderen, pagina 18.
Vul de verf in de beker bij.
Vervang de complete pomp.
Vervang de slang.
Vervang de slang.
Vervang het spuitpistool.
3A9306A