4
Rijden
– Druk de rijschakelaar steeds verder in de
tegengestelde richting, tot de gewenste
snelheid is bereikt.
OptiSpeed
– Breng de dissel omlaag.
OPMERKING
De machine bevindt zich alleen in de zones
(2) en (3) in de rijstand. In de onderste (4) of
bovenste (1) zone wordt de rem ingeschakeld
en wordt de rijmotor uitgeschakeld.
In zone (3) kan de machine op volle snelheid
worden gebruikt. De rijsnelheid is evenredig
aan de bedieningsweg van de rijrichtingscha-
kelaar.
In zone (2) is de maximumsnelheid afhankelijk
van de stand van de dissel.
54
A
Zone voor remwerking
B
Zone voor autorisatie van de maximumsnel-
heid
C
Zone voor automatische regeling van de
maximumsnelheid
D
Maximumsnelheidscurve
1160 801 15 59 [NL]
Gebruik