5. Draai de wielbouten ½–1 slag los met de
wielsleutel. Draai de bouten linksom los.
WAARSCHUWING
Leg nooit iets tussen de krik en de onder-
grond en evenmin tussen de krik en het krik-
steunpunt.
WAARSCHUWING
Wanneer u de auto op het verkeerde punt
opkrikt, kan de auto van de krik vallen. Er
bestaat dan gevaar voor verwondingen!
6. Plaats de krik onder een kriksteunpunt en
breng de krik zo ver omhoog dat deze
tegen de bodemplaat van de auto aan-
komt. Bij elk steunpunt zit een uitsparing in
07 Wielen en banden
Wielen verwisselen
de kunststof afdekking. Controleer of u de
krik juist hebt aangebracht onder het krik-
steunpunt, voordat u de auto van de grond
krikt. Stel de krik vervolgens dusdanig af
dat de voet van de krik loodrecht onder het
kriksteunpunt van de auto zit. Zie afbeel-
ding.
BELANGRIJK
De ondergrond dient vast en egaal te zijn en
niet te hellen.
7. Breng de auto zo ver omhoog dat het wiel
van de grond komt.
8. Verwijder de wielbouten en til het wiel eraf.
Wielen monteren
1. Reinig de contactvlakken op het wiel en de
naaf.
2. Breng het wiel aan. Draai de wielbouten
vast.
3. Breng de auto zo ver omlaag dat de wielen
niet meer ongehinderd kunnen draaien.
4. Draai de wielbouten kruiselings telkens iets
strakker vast. Aanhaalmoment: 140 Nm
(14,0 kpm). Het is belangrijk dat u het juiste
aanhaalmoment aanhoudt. Controleer het
07
195