●
Geoptimaliseerde veiligheidsgordels voor alle
zitplaatsen.
●
Gordelspanners aan de veiligheidsgordels
van de bestuurder, bijrijder en buitenste zit-
plaatsen achterin.
●
Spanningsbegrenzers aan de veiligheidsgor-
dels van de bestuurder, bijrijder en buitenste zit-
plaatsen achterin.
●
Rood waarschuwingslampje
indicatie van de toestand van de veiligheids-
gordels.
●
Gordelhoogteverstelling voor de voorstoelen.
●
Voorairbags voor de bestuurder en voorpas-
sagier.
●
Zij-airbags voor bestuurder en voorpassagier.
●
Hoofdairbags aan weerszijden van de wagen.
●
Knie-airbag.
●
Geel airbagcontrolelampje
.
●
Geel controlelampje
de middenconsole.
●
Geel controlelampje
middenconsole.
●
Regelapparaten en sensoren.
●
Geoptimaliseerde en in de hoogte verstel-
bare hoofdsteunen.
●
Verstelbare stuurkolom.
●
ISOFIX/i-Size-verankeringspunten voor de
kinderzitjes.
Juiste zithouding van de inzittenden
●
Bevestigingspunten voor de riem die zorgt
voor de bovenbevestiging (Top Tether) van de
kinderzitjes.
De genoemde veiligheidsvoorzieningen werken
samen om u en uw bijrijders in ongevalsituaties
zo goed mogelijk te beschermen. Deze veilig-
heidsvoorzieningen zijn u en uw bijrijders van
geen nut als u en uw bijrijders een verkeerde zit-
houding aannemen of deze voorzieningen niet
en eventueel
juist verstellen of gebruiken.
Veiligheid gaat ons allen aan.
Juiste zithouding van de in-
zittenden
Juiste positie in de stoel
in
in de
Afb. 20
De correcte afstand tussen de
bestuurder en het stuurwiel moet minstens 25
cm (10 inch) bedragen.
Veiligheid
Hierna worden de juiste zithoudingen getoond
voor de bestuurder en de andere inzittenden.
Personen die wegens hun lichaamsbouw de
juiste zithouding niet kunnen aannemen, moe-
ten informeren bij een gespecialiseerde werk-
plaats over mogelijke speciale inrichtingen. Al-
leen als een juiste zithouding wordt aangeno-
men, bieden veiligheidsgordel en airbag een
optimale bescherming. SEAT raadt u aan de
Technische Dienst te raadplegen.
Voor uw eigen veiligheid en om letsel of on-
gevallen bij plotseling remmen of bruuske ma-
noeuvres te voorkomen, beveelt SEAT u de vol-
gende houdingen aan:
Geldig voor alle inzittenden:
●
Verstel de hoofdsteun zo dat de bovenrand
hiervan op dezelfde hoogte komt te staan als
de bovenzijde van het hoofd, in geen geval tot
onder ooghoogte . Houd de nek zo dicht moge-
lijk bij de hoofdsteun.
●
Kleine personen moeten de hoofdsteun hele-
maal omlaagschuiven, zelfs als het hoofd onder
de bovenrand ervan blijft.
●
Grote personen moeten de hoofdsteun hele-
maal omhoogschuiven.
●
Houd de voeten tijdens het rijden altijd in de
voetenruimte.
●
Doe de veiligheidsgordel juist om en maak
›››
hem vast
pag.
43.
41