Inhoudsopgave
Advertenties
8 LaboForce-100
Behalve de uit te oefenen kracht, zijn alle methodeparameters aanvankelijk hetzelfde wanneer een
methode wordt gecreëerd. De verhouding tussen de kracht op een enkel monster en de kracht op de
monsterhouder is 1 op 6. Dit betekent dat 30 N in enkelvoudige monstermodus gelijk is aan 180 N in
preparaathoudermodus en omgekeerd.
Als je vervolgens een methodeparameter zoals tijd wijzigt, wordt de corresponderende methode niet
bijgewerkt met de nieuwe waarden. Dit betekent dat u individuele parameters kunt instellen op basis
van monstergrootte en/of aantal.
Tip
Als een preparatieoppervlak of suspensie in een methode wordt gewijzigd, zal dit
worden weerspiegeld in de corresponderende methode.
Preparatiemethode kiezen
1.
Selecteer een preparatiemethode uit Main menu (Hoofdmenu).
•
Specimen holder methods (Methoden voor preparaathouder)
Preparaten worden in preparaathouders geklemd en geprepareerd.
of
•
Single specimen methods (Enkelvoudige preparaat methoden)
Preparaten worden als losse preparaten geprepareerd.
2.
Open de methode om de afzonderlijke preparatiestappen te zien. De methode
bevat vier stappen:
Oppervlak, suspensie, glijmiddel en tijd worden voor elke stap getoond.
Een prepareermethode bewerken
U kunt alle parameters wijzigen om de prepareermethode te optimaliseren.
1.
Selecteer in het menu Main menu (Hoofdmenu) een prepareermethode en open deze.
De standaardinstellingen voor een typische prepareermethode zijn al ingesteld:
–
–
–
–
2.
Open de individuele stappen om de parameters te wijzigen.
3.
Selecteer de parameter die je wilt wijzigen.
In de linkerbenedenhoek van het scherm zie je een uitleg voor de geselecteerde parameter.
4.
Bevestig de nieuwe waarde.
5.
Druk op Esc (Esc) om terug te keren naar het vorige scherm.
64
Stap 1 is een vlakslijpstap.
Stap 2 is een fijnslijpstap.
Stap 3 is een polijststap.
Stap 4 is een laatste polijststap.
LaboPol-60
Advertenties
Inhoudsopgave
