Hoofdstuk 2
Enveloppen en briefkaarten
laden
Enveloppen laden
Gebruik enveloppen met een gewicht van
2
75 tot 95 g/m
.
Voor sommige enveloppen is het nodig de
marge in te stellen in de toepassing. Zorg
ervoor dat u eerst een testafdruk maakt.
VOORZICHTIG
Gebruik NOOIT de volgende soorten
enveloppen, aangezien deze problemen
veroorzaken bij de papierinvoer:
• Zakachtige enveloppen.
• Enveloppen met reliëf (met verhoogd
opschrift).
• Enveloppen met sluithaken of nietjes.
• Enveloppen die aan de binnenkant zijn
voorbedrukt.
Lijm
2
Het kan zijn dat u af en toe problemen
ondervindt bij de papierinvoer vanwege de
dikte, het formaat en de vorm van de
omslag van de enveloppen die u gebruikt.
14
2
2
Dubbele omslag
2
Enveloppen en briefkaarten laden
a
Druk de hoeken en zijkanten van de
enveloppen of briefkaarten zo plat
mogelijk alvorens deze te plaatsen.
Opmerking
Als er meerdere enveloppen of
briefkaarten tegelijk naar binnen worden
getrokken, plaats dan één envelop of
briefkaart per keer in de papierlade.
b
Leg de enveloppen of briefkaarten in de
papierlade met de adreszijde naar
beneden en de invoerkant (bovenkant
van de enveloppen) eerst, zoals in de
illustratie wordt aangegeven. Stel de
papiergeleiders voor de breedte (1) en
de papiergeleider voor de lengte (2) af
op het formaat van de enveloppen of
briefkaarten.
2
1
2