3. Duiken met de Galileo
Galileo heeft berekend dat als u nu aan de op-
stijging begint en met de ideale snelheid opstijgt,
u veilig de oppervlakte bereikt met niet meer dan
de ingestelde cilinderreserve. Als u langer wacht,
wordt het risico groter dat u door uw gas heen
bent voordat u de oppervlakte bereikt.
OPMERKING:
- De Galileo heeft ongeveer 2 minuten
nodig om het ademhalingspatroon
te analyseren. De RBT wordt
gedurende deze eerste twee minuten
dan ook niet weergegeven.
- Als u de diepte van de diepste verplich-
te decompressiestop nadert, geeft de
RBT aan hoe lang u op deze diepte
kunt blijven voordat u op reserve zit.
Tankdruk: op basis van een signaal van de Smart-
zender. De Smart-zender heeft een bereik van
1,5 meter. In tegenstelling tot andere UWATEC
gasgeïntegreerde duikcomputers is deze waarde
niet temperatuurgecompenseerd. Er is weliswaar
sprake van temperatuurcompensatie met het oog
op een juiste RBT-berekening, maar de ongecom-
penseerde waarde wordt weergegeven.
! WAARSCHUWING
- Als de Galileo gedurende 30 seconden geen
signaal van de zender ontvangt, klinkt er
gedurende 12 seconden een akoestisch
signaal en wordt het bericht GEEN DRUK-
SIGNAAL op het display weergegeven.
- Als de Galileo vervolgens nog eens geen 40 se-
conden een signaal van de zender ontvangt,
klinkt er opnieuw gedurende 12 seconden
een akoestisch signaal en wordt het bericht
DRUKSIGNAAL WEG weergegeven. Vervolgens
wordt de RBT niet langer weergegeven en
wordt de tankdruk vervangen door - - - . Con-
troleer de positie van de Galileo ten opzichte
van de zender. Begin aan de opstijging als de
tankdruk niet wordt weergegeven.
- Als u DRUKSIGNAAL op OFF zet (hoofd-
stuk 2.6.8), krijgt u deze waarschuwingen
niet. In dat geval is het van groot belang dat
u de tankdruk constant in de gaten houdt ter
voorkoming van een lage luchtvoorraad.
- Als de tankdruk 14 bar bedraagt, wordt de
zender uitgeschakeld en toont de Galileo niet
langer de tankdruk.
50
Tankdruk buddy als uw buddy ook
gebruikmaakt van een UWATEC Smart-
zender, kunt u het signaal koppelen aan de
cilinderaanduiding BUDDY in de Galileo.
Als u zich vervolgens binnen een afstand
van 1,5 meter van de zender van uw buddy
bevindt, kunt u zijn tankdruk op het scherm
van de Galileo zien.
Zuurstofbalk: dit is de balk aan de linker-
kant van het display (confi guratie CLASSIC
en FULL). Hiermee wordt de zuurstofbloot-
stelling grafi sch weergegeven. De balk be-
staat uit tien blokjes. Het eerste blokje wordt
verlicht als de CNS O
2
volgende blokjes vervolgens in stappen van
10%. Acht verlichte blokjes komen overeen
met een CNS O
-waarde van 75%,waarna
2
een waarschuwing kan worden geactiveerd
(zie hoofdstuk 2.6.2). Bij 95% zijn alle blokjes
verlicht. Bij 100% gaat het CNS O
95%
85%
75%
65%
55%
45%
35%
25%
15%
5%
Stikstofbalk: dit is de balk aan de linkerkant
van het display (confi guratie CLASSIC, LIGHT
en FULL). Dit is de stikstofverzadiging van
het belangrijkste weefselcompartiment. De
balk bestaat uit tien blokjes. De eerste negen
blokjes staan voor een geleidelijke toename
van de stikstofverzadiging, maar nog steeds
binnen de nultijd. Als het tiende blokje verlicht
is, is een decompressiestop verplicht.
1-6 blokjes: u bevindt zich veilig binnen de
nultijdzone.
7-9 blokjes: u zit vlakbij een decompressieduik.
10 blokjes: u bent verplicht om een decom-
pressiestop te maken.
Tijdens de oppervlakte-interval neemt het aantal
verlichte blokjes geleidelijk af aangezien de Galileo
de afgifte van stikstof uit de weefsels bijhoudt.
Tankdrukbalk: In de confi guratie CLASSIC en
FULL kunt u desgewenst de zuurstofbalk
vervangen door de tankdrukbalk (zie hoofdstuk
2.8.2). Ieder blokje van de balk staat voor een
tiende van de ingestelde maximale tankdruk. In de
standaardinstelling is één blokje 20 bar.
-waarde 5% is, de
-alarm af.
2
10***
7-9**
1-6*