4
Rijden
– Koppel de stekker (1) los van de gasaf-
sluitklep. De gasafsluitklep is gesloten. De
gastoevoer naar de verdamper is geblok-
keerd.
– Probeer met de contactschakelaar de motor
opnieuw te starten. Als de motor start, laat
u hem draaien totdat hij wegens gasgebrek
opnieuw afslaat.
– Wacht twee minuten nadat de motor is
afgeslagen, start de motor opnieuw en laat
hem lopen tot hij weer afslaat.
– Als de motor weer is afgeslagen, sluit u de
stekker (1) weer aan op de gasafsluitklep.
Start de motor opnieuw en laat hem draaien.
– Als de motor stabiel stationair draait,
draait u na ca. 15 seconden langzaam
de klep van de gascilinder open en laat
u de motor stationair draaien zodat hij op
bedrijfstemperatuur komt.
– Controleer of de koelwatertoevoer (2) naar
de verdamper warm is.
– Wacht tot de verdamper door het stationair
draaien van de motor op bedrijfstempera-
tuur is gebracht.
– Als de verdamper niet warm wordt, draait u
langzaam de klep van de gascilinder dicht
en laat u de motor draaien tot hij wegens
gasgebrek afslaat.
– U kunt nu nog proberen de verdamper
op een andere manier te ontdooien. Ga
hiervoor te werk zoals beschreven in het
volgende hoofdstuk.
152
174764 NL - 01/2018
Gebruik