Onderhoud
Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine.
Aanbevolen onderhoudsschema
Onderhoudsinterval
Voor elk gebruik
5 bedrijfsuren
25 bedrijfsuren
50 bedrijfsuren
75 bedrijfsuren
100 bedrijfsuren
250 bedrijfsuren
1
Ververs de motorolie na de eerste 5 bedrijfsuren.
Belangrijk
Zie de gebruikershandleiding van de motor voor verdere onderhoudsprocedures.
Onderhoudsprocedure
• Controleer het motoroliepeil. Zie Oliepeil van de motor controleren, blz. 18.
• De stoptijd van de mesrem controleren. Het mes moet stoppen binnen drie
seconden nadat de bedieningstang is vrij gezet; als dit niet het geval is, moet u
contact opnemen met een erkende Service Dealer om de mesrem te laten
repareren.
• Maaisel en vuil van de onderkant van de maaikast verwijderen. Zie Onderkant
van de maaikast reinigen, blz. 18.
• De afvoertunnel en de afsluiter reinigen. Zie De afvoertunnel en de afsluiter
reinigen, blz. 19.
• Luchtfilterelementen controleren. Zie Onderhoud van het luchtfilter, blz. 19.
• Bevestigingen van maaimes en motor controleren. Draai losse bevestigingen
vast.
• Luchtfilterelementen reinigen; u moet ze vaker reinigen als de machine wordt
gebruikt in stoffige omstandigheden. Zie Onderhoud van het luchtfilter, blz. 19.
• De draaiarmen smeren. Zie Smering van de draaiarmen, blz. 23.
1
• Motorolie verversen.
Zie Motorolie verversen, blz. 23.
• Het mes slijpen of vervangen; zorg ervoor dat het mes scherp blijft als de
snijrand als gevolg van zware en zanderige omstandigheden snel bot wordt. Zie
Onderhoud van het maaimes, blz. 20.
• Het scherm van de mesremkoppeling reinigen.
• Maaisel en rommel van de onderkant van de drijfriemkap verwijderen. Zie
Ruimte onder de drijfriemkap reinigen, blz. 22.
• Laat een erkende Service Dealer het remblok van het vliegwiel controleren en
afstellen.
• Zelfaandrijving afstellen. Zie Zelfaandrijving afstellen, blz. 23.
• Bougie controleren en reinigen en de elektrodenafstand afstellen; indien nodig
bougie vervangen. Zie Onderhoud van de bougie, blz. 24.
• Tandwielkast smeren. Zie Tandwielkast smeren, blz. 24.
• Mesremkabel afstellen. Zie Mesremkabel afstellen, blz. 25.
• Wielen onderhoudsbeurt geven. Zie Onderhoud van de wielen, blz. 25.
• Laat een erkende Service Dealer het stationair toerental en de klepspeling
controleren en afstellen en reinig de brandstoftank en het brandstoffilter.
• Luchtfilterelementen vervangen; dit moet vaker gebeuren als de machine wordt
gebruikt in stoffige omstandigheden. Zie Onderhoud van het luchtfilter, blz. 19.
• Bougie vervangen. Zie Onderhoud van de bougie, blz. 24.
• Laat een erkende Service Dealer controleren of het brandstofsysteem lekt en/of
de brandstofslang sporen van slijtage vertoont. Indien nodig onderdelen
vervangen.
17