Laadstand
Gebruik de knoppen in de bagageruimte om de
hoogte van de achterkant van de auto in te stel-
len en in- en uitladen of het aan-/loskoppelen
van een aanhanger te vereenvoudigen. Zie artikel
"Bagage vervoeren".
Bij het parkeren
Zorg er bij het parkeren voor dat er boven en
onder de auto voldoende ruimte is, omdat de
bodemspeling bijvoorbeeld kan variëren afhanke-
lijk van de temperatuur, de wijze van belading,
gebruik van de laadstand of de gekozen rijmodus
na het starten.
Het niveau moet wellicht ook na enige tijd parke-
ren worden bijgesteld. Dit moet eventuele veran-
deringen in hoogte compenseren die zich op
grond van temperatuurveranderingen in de lucht-
veren kunnen voordoen, wanneer de auto afkoelt.
Bij het transporteren
Bij het transport van de auto op een veerboot,
autotrein of autotransporter mag u de spanban-
den alleen rond de banden vastzetten en niet om
andere chassisonderdelen halen. Eventuele wijzi-
gingen in de luchtvering tijdens het transport
kunnen de verankering negatief beïnvloeden.
Gerelateerde informatie
•
Rijmodi (p. 417)
•
Bagage vervoeren (p. 238)
STARTEN EN RIJDEN
Vierwielaandrijving
Bij vierwielaandrijving, AWD (All Wheel Drive),
worden alle vier de wielen van de auto tegelijk
aangedreven, wat de wegligging verbetert.
De elektromotor die de achterwielen aandrijft
biedt de mogelijkheid tot elektrische vierwielaan-
drijving.
Om optimale wegligging te verkrijgen en wielspin
te voorkomen wordt de aandrijfkracht automa-
tisch verdeeld over de wielen met de beste grip.
Het systeem berekent voortdurend het koppel
dat op de achterwielen moet worden overge-
bracht en kan tot vijftig procent van het totale
motorkoppel naar de achterwielen sturen.
De vierwielaandrijving werkt ook stabiliserend bij
hogere snelheden. Bij normaal rijden worden de
voorwielen naar verhouding iets sterker aange-
dreven dan de achterwielen. Bij stilstand is de
vierwielaandrijving altijd ingeschakeld om bij het
optrekken maximale tractie mogelijk te maken.
De eigenschappen van de vierwielaandrijving wis-
selen, al naar gelang de gekozen rijmodus.
Gerelateerde informatie
•
Rijmodi (p. 417)
•
Lagesnelheidsregeling (p. 432)
423