— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Applicatie-, patchwork- en quiltsteken
Hieronder wordt beschreven welke steken u kunt gebruiken voor het maken van applicaties, patchwork en quilts.
Steek
Zigzagsteek
Applicatiesteek
Patchwork
rechte steek
Verbindingssteek
Quiltsteek met
handgemaakt
uiterlijk
Quilten
stippelsteek
Memo
Patronen die een "Q" op het LCD-scherm weergeven, zijn bedoeld voor quilts; patronen die een "P"
weergeven, zijn bedoeld voor patchwork.
Patroon
Toepassing
7
Applicaties bevestigen (midden
nullijn/achteruitnaaien)
Applicatiequilten, vrije-
24
handquilten en satijnsteken naaien
19
Applicaties bevestigen
25
Applicaties en band aanbrengen
Rechte verbindingssteken maken
(met een marge van 6,5 mm
21
(1/4 inch) vanaf de rechterrand
van de persvoet)
Rechte verbindingssteken maken
(met een marge van 6,5 mm
22
(1/4 inch) vanaf de linkerrand
van de persvoet)
28
29
Patchworksteken
30
23
Quilten met rechte steek met
handgemaakt uiterlijk
26
Stippelsteek
Steekbreedte
[mm (inch)]
Autom
Autom
Handmatig
atisch
atisch
3,5
0,0–7,0
1,4
(1/8)
(0–1/4)
(1/16)
3,5
0,0–7,0
1,4
(1/8)
(0–1/4)
(1/16)
3,5
2,5–7,0
2,5
(1/8)
(3/32–1/4)
(3/32)
1,5
0,5–3,5
1,8
(1/16)
(1/32–1/8)
(1/16)
5,5
0,0–7,0
2,0
(7/32)
(0–1/4)
(1/16)
1,5
0,0–7,0
2,0
(1/16)
(0–1/4)
(1/16)
4,0
0,0–7,0
1,2
(3/16)
(0–1/4)
(1/16)
5,0
2,5–7,0
2,5
(3/16)
(3/32–1/4)
(3/32)
5,0
0,0–7,0
1,2
(3/16)
(0–1/4)
(1/16)
0,0
0,0–7,0
2,5
(0)
(0–1/4)
(3/32)
7,0
1,0–7,0
1,6
(1/4)
(1/16–1/4)
(1/16)
Applicatie-, patchwork- en quiltsteken 105
Steeklengte
[mm (inch)]
Persvoet
Handmatig
0,0–4,0
(0–3/16)
0,0–4,0
(0–3/16)
1,6–4,0
(1/16–3/16)
1,0–4,0
(1/16–3/16)
0,2–5,0
(1/64–3/16)
0,2–5,0
J
(1/64–3/16)
0,2–4,0
(1/64–3/16)
1,0–4,0
(1/16–3/16)
0,2–4,0
(1/64–3/16)
1,0–4,0
(1/16–3/16)
1,0–4,0
(1/16–3/16)
3