Led Indicatoren
De led indicatoren tonen de gebruiker de belangrijkste statussen van het brandmeldsysteem.
Behalve middels led indicatoren zal het Penta Bediendeel de informatie ook weergeven op
het grafisch display.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Grafisch Display
1.
Meer informatie over de display indeling op
pagina 11.
2.
SIGNAALGEVERS AFGESTELD *
Gele led AAN, geeft weer dat de signaalgevers
—sirenes— afgesteld zijn.
3.
SIGNAALGEVERS STORING *
Gele led AAN, geeft weer dat één of meerdere
signaalgevers een storing melden.
4.
BRAND
Rode led AAN, geeft weer dat het
brandmeldsysteem in Brandalarm Status is.
5.
STORING
De gele led AAN, geeft weer dat het
brandmeldsysteem in Storing Status is.
6.
SIGNAALGEVERS UITGESCHAKELD*
Gele led AAN, geeft weer dat de signaalgevers
—sirenes— uitgeschakeld zijn.
7.
SYSTEEMDEEL UITGESCHAKELD
Gele led AAN, geeft weer dat er een
systeemdeel, —detectiezone, ingang, melder,
uitgang— uitgeschakeld is.
8.
TEST
Gele led AAN, geeft weer dat het systeem in
Test Status staat.
De indicatoren gekenmerkt met * ontbreken op het Penta Nevenbediendeel.
10
11
12-16
Gebruikershandleiding Penta Brandmeldsysteem
4 Penta Bediendeel
9.
IN BEDRIJF
Groene led AAN, geeft weer dat er voeding
spanning —accubatterij en / of netspanning—
aanwezig is.
10.
SYSTEEM STORING *
De gele led AAN, geeft weer, dat het betreffende
systeem een processor storing meld.
11.
VERTRAGING AAN*
Gele led AAN, geeft weer dat de vertraging —
voor doormelding en / of sturingen— aan staat
(actief is).
Rode led
12.
—functie afhankelijk van configuratie—
Gele led.
13.
—functie afhankelijk van configuratie—
Gele led.
14.
—functie afhankelijk van configuratie—
Gele led.
15.
—functie afhankelijk van configuratie—
Gele led.
16.*
—functie afhankelijk van configuratie—
BGB018.03