Afb. 27
Vul indien nodig motorolie bij door de vu-
lopening (2).
Draai de dop/peilstok (1) opnieuw vast.
9(59$1*(1 9$1 '( 027252/,(
(1 +(7 2/,(),/7(5 $IE «
Lees pag. 20 (MOTOROLIE) en pag. 34
(ONDERHOUD) aandachtig.
Vervang de motorolie na de eerste 1000
km en daarna om de 6000 km, zie pag. 35
(ONDERHOUDSSCHEMA).
Ga als volgt te werk:
Laat de motor enkele minuten stationair
draaien om het afvloeien van de olie te
vergemakkelijken tijdens het daaropvol-
gende aftappen.
Houd de machine rechtop op een effen
ondergrond met de twee wielen op de
grond.
Afb. 28
W an ne er d e m o to r i s o pg e-
warmd, bevat hij hete olie; daar-
om moet u, om brandwonden te
vermijden, zeer voorzichtig zijn tijdens
het uitvoeren van de hierna beschreven
stappen.
Verwijder de olievuldop (1 Afb. 26).
Verwijder de plug op de voorste stang
van het frame (1 Afb. 27).
Verwijder de olieaftapplug (1 Afb. 28) op de
onderkant van het motorblok (er is een spe-
ciale opening gemaakt in de uitlaat).
Tap de olie af en laat hem gedurende
enkele minuten in een vat druppelen.
Verwijder de metaalresten van de mag-
neet van de aftapplug.
Vervang op dit moment het oliefilter:
Draai de twee schroeven (1 Afb. 29) los
en verwijder het deksel (2 Afb. 29).
Afb. 29
Demonteer het oliefilter en vervang het.
Breng een dunne laag motorolie aan op
de O-ring van het nieuwe oliefilter.
Plaats het deksel (2 Afb. 29) terug en zet
de twee schroeven (1 Afb. 29) vast.
Controleer de sluitring van de aftapplug
(1 Afb. 28) en draai hem vast.
Controleer de sluitring van de plug op de
voorste chassisligger (1 Afb. 27) en draai
hem vast.
Giet ongeveer 1600 cm³ motorolie door
de vulopening (2 Afb. 26), zie pag. 59
(TABEL SMEEROLIE).
Draai de olievuldop vast (1 Afb. 26).
Start de motor en laat hem ongeveer drie
minuten stationair draaien.
Zet de motor af en controleer nogmaals
het oliepeil (met de machine rechtop op
een effen ondergrond).
Op dit moment moet nog eens 500 ÷ 600
3
cm
olie worden toegevoegd.
37