2.8
Persoonlijke beschermingsmiddelen
13.49 Uitv. 1
Tijdens bedrijf en onderhoud van de machine moeten goedge-
keurde persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt.
► Veiligheidshandschoenen dragen!
► Draag veiligheidsschoenen met stalen in-
zetstuk.
► Draag een veiligheidshelm.
► Draag geschikte gehoorbescherming tegen
hoogfrequent geluid.
► Draag lichte ademhalingsbescherming.
► Draag een veiligheidsbril met splinterbe-
scherming.
► Doelmatige, nauw aansluitende kleding
dragen, die niet door draaiende machine-
onderdelen of zaagbladen gegrepen kun-
nen worden.
De beschermingsmiddelen worden bepaald door:
Deze handleiding
•
Nationale veiligheidsregels
•
Regels van de professionele beroepsverenigingen
•
•
enz.
► Bij onderscheidt tussen de bestaande voorschriften in het
geldigheidsgebied van de exploitant en de voorschriften
van de fabrikant en zijn toeleveranciers de op dat moment
strengere bepalingen toepassen.
2. Veiligheid
13