6.5.2 Programma voor fijnslijpen
13.49 Uitv. 1
Tijdens het slijpen verslijt het slijpmiddel. Deze slijtage moet
worden gecompenseerd bij het fijnslijpen.
1. Druk op de toets met het toevoersymbool.
Afb. 53: Invoerdiepte van de snede 0,25
De invoerdiepte is ingesteld op de waarde "0.25.
2. Druk nogmaals op de toets met het toevoersymbool.
3. De invoerdiepte wordt achtereenvolgens ingesteld op 0,4;
0,5; 0,6; 0,75; 1; 2; en 3 mm.
Na opnieuw op de toets te hebben gedrukt, wordt de
optie weer gereset.
6. Machine in gebruik nemen
55