11.4.3 Het bevestigen van individuele oproepen inschakelen
De marifoon kan of antwoordbericht "ABLE" (Kan antwoorden) (standaard) of "UNABLE"
(Kan niet antwoorden) selecteren wanneer de instelling voor individuele beantwoording
(beschreven in de vorige sectie) op "AUTOMATIC" is ingesteld".
Houd [
] ingedrukt
1.
2.
Druk op toets [▲] of [▼] om "ABLE" of "UNABLE" te
selecteren.
3.
Druk op schermtoets [ENTER] om de geselecteerde
instelling op te slaan.
4.
Druk op de toets [CLEAR] om terug te keren naar
marifoonbediening.
11.4.4 Een individuele oproep verzenden
Met deze functie kan de gebruiker met een DSC-zendontvanger contact opnemen met
een ander schip, dit is vergelijkbaar met het oproepen van een schip op kanaal 16
(CH16) met het verzoek om naar een ander kanaal te gaan.
Individuele oproep via de adreslijst voor individuele oproepen/positieoproepen
[
]
1.
"DSC CALL"
à
2.
Druk op toets [▲] of [▼] om "HISTORY" of "MEMORY"
te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets
[SELECT].
3.
Druk op toets [▲] of [▼] om een persoon of schip te
selecteren waarmee u contact wilt opnemen en druk op de
schermtoets [SELECT].
4.
Druk in de lijst INTERSHIP CH op toets [▲] of [▼] om het
werkkanaal te selecteren waarop u wilt communiceren
en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT]. Om
werkkanalen uit alle spraakkanalen te selecteren, drukt u
op de schermtoets [MANUAL].
5.
Druk op schermtoets [YES] om het individuele DSC-signaal
te zenden.
"DSC SETUP"
à
"INDIVIDUAL CALL"
à
"INDIVIDUAL ACK."
à
45