1.
Houd [
] ingedrukt
2.
Druk op toets [▲] of [▼] om "DATA SPEED" te selecteren
en druk vervolgens op de schermtoets [SELECT].
3.
Druk op toets [▲] of [▼] om de gewenste snelheid uit "4800
bps" en "38400 bps" te selecteren.
4.
Druk op schermtoets [ENTER] om de nieuwe instelling op
te slaan.
5.
Druk op de toets [CLEAR] om terug te keren naar marifoonbediening.
18.9.2 Output-strings
Via deze selectie worden de NMEA-output-strings van de marifoon ingesteld.
De "GLL"- en de "RMC"-strings staan standaard op "ON".
1.
Houd [
] ingedrukt
2.
Druk op toets [▲] of [▼] om "OUTPUT SENTENCES"
te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets
[SELECT].
3.
Druk op toets [▲] of [▼] om het gewenste stringtype
te selecteren en druk vervolgens op de schermtoets
[SELECT].
4.
Druk op toets [▲] of [▼] om "ON" of "OFF" te selecteren".
5.
Druk op schermtoets [ENTER] om de nieuwe instelling op
te slaan.
6.
Herhaal stap 3 en 5 om de andere strings in te stellen.
7.
Druk op de toets [CLEAR] om terug te keren naar marifoonbediening.
• Het uitvoeren van gegevens zal plaatsvinden volgens de instelling voor de
prioriteitsvolgorde m.b.t. de gegevensvergaring in "ORDER OF PRIORITY". Zie sectie
"18.1 VOLGORDE VAN PRIORITEIT (alleen de GX1850GPS/E serie)" voor meer
informatie.
• Wanneer "UNIT POWER" van "OPTION GPS UNIT" op UIT is ingesteld, zullen er geen
NMEA-strings uitgevoerd worden. (Ontvangstgegevens van OPTIONELE GPS zullen in de
huidige staat uitgevoerd worden.)
• Het uitvoerinterval van elke NMEA-string hangt af van de uitvoertiming op het
invoerapparaat. Maar strings met positiegegevens zullen met intervallen van twee
seconden of minder worden uitgevoerd.
• Wanneer alle strings worden ingesteld om uitgevoerd te worden, dan kunnen, afhankelijk
van de baudsnelheid, niet alle strings worden uitgevoerd met intervallen van één
seconde of minder. GSA- en GSV-strings zullen met intervallen van ongeveer vijf
seconden worden uitgevoerd.
"GPS SETUP"
à
"GPS SETUP"
à
OPMERKING
"NMEA 0183 IN/OUT"
à
"NMEA 0183 IN/OUT"
à
95