Gebruikshandleiding V1.0-2022-10-30
5 Installatie
5.1 Installatievereisten
Vereisten installatieomgeving
1. Installeer de apparatuur niet in de buurt van brandbare, explosieve of corrosieve materialen.
2. Installeer de apparatuur op een oppervlak dat sterk genoeg is om het gewicht van de omvormer te
dragen.
3. Installeer de apparatuur op een goed geventileerde plaats, om een goede afvoer te verzekeren.
De installatieruimte moet ook groot genoeg zijn om handelingen uit te voeren.
4. De apparatuur heeft een hoog beschermingsniveau tegen insijpelen en kan binnen of buiten
geïnstalleerd worden. De temperatuur en vochtigheid op de plaats van installatie moeten zich
binnen het gepaste bereik bevinden.
5. Installeer de apparatuur op een beschermde plaats, om blootstelling aan direct zonlicht, regen en
sneeuw te vermijden. Bouw een zonnewering indien nodig.
6. Installeer de apparatuur niet op een plaats waar deze gemakkelijk aan te raken is, in het bijzonder
binnen bereik van kinderen. Sommige delen kunnen zeer warm zijn wanneer de apparatuur in
werking is. Raak het oppervlak niet aan, om brandwonden te vermijden.
7. Installeer de apparatuur op een hoogte die handig is voor het bedienen en uitvoeren van
onderhoud, het maken van elektrische aansluitingen en het controleren van indicatoren en labels.
8. Installeer de omvormer uit de buurt van sterke magnetische velden om elektromagnetische storing
te vermijden. Als er zich radio- of draadloze communicatieapparatuur die werkt op een frequentie
lager dan 30 MHz in de buurt van omvormer bevindt, moet u:
•
Installeer de omvormer op een afstand van minstens 30 m van de draadloze apparatuur..
•
Een laagdoorlaat EMI-filter of een ferrietkern met meerdere wikkelingen toevoegen aan de DC-
ingangskabel of AC-uitgangskabel van de omvormer.
Kinderen mogen
de apparatuur niet
aanraken
11
Installatie