Inhoudsopgave
Advertenties
2. PRINTER-SETUP
2.4 De kabels aansluiten
op uw printer
Parallelle poort (optie)
USB-poort
LAN-poort
NEDERLANDSE VERSIE EO1-33114
De volgende paragrafen geven aan hoe de kabels van de printer met uw
hostcomputer verbonden moeten worden, en laten ook zien hoe
kabelverbindingen met andere apparaten gerealiseerd moeten worden.
Afhankelijk van de toepassingssoftware die u voor het afdrukken van
etiketten gebruikt, zijn er 4 manieren om de printer op uw hostcomputer
aan te sluiten. Deze zijn:
Een Ethernet-verbinding met behulp van de standaard LAN-
connector van de printer.
Een USB-kabelverbinding tussen de standaard USB-connector van
de printer en de USB-poort van uw hostcomputer. (Volgens USB
2.0)
Een seriële kabelverbinding tussen de RS-232C seriële aansluiting
van de printer en een van de COM-poorten van de hostcomputer.
Een parallelle kabelverbinding tussen de optionele parallelle
aansluiting van de printer en de parallelle poort van uw
hostcomputer (LPT).
Raadpleeg voor meer informatie BIJLAGE 2.
USB-poort
(Optie)
11
E2-
2.3 Laden van materiaal
Seriële poort
Uitbreiding I/O (Optie)
Netsnoeraansluiting
Advertenties
Inhoudsopgave
