Alarmsysteem - automatische
herinschakeling
De automatische herinschakeling van het
alarm voorkomt dat u de auto verlaat zonder
het alarmsysteem (p. 185) uit te schakelen.
Als u geen van de portieren noch de achter-
klep binnen twee minuten na uitschakeling
van het alarm opent wanneer de auto met de
transpondersleutel (p. 163) ontgrendeld (en
het alarm gedeactiveerd) werd, wordt het
alarm automatisch opnieuw ingeschakeld. De
auto wordt bovendien opnieuw vergrendeld.
Gerelateerde informatie
•
Alarm - automatische activering (p. 187)
Alarm - automatische activering
In bepaalde landen wordt het alarm (p. 185)
na enige vertraging automatisch ingescha-
keld, wanneer het bestuurdersportier werd
geopend en gesloten maar daarna niet werd
vergrendeld.
Gerelateerde informatie
•
Alarmsignalen (p. 188)
06 Sloten en alarm
Alarmsysteem - transpondersleutel
defect
Als u het alarm (p. 185) niet kunt uitschakelen
met de transpondersleutel (als bijvoorbeeld
de batterij (p. 171) van de sleutel leeg is), kunt
u de auto als volgt ontgrendelen, het alarm-
systeem deactiveren en de motor starten:
1. Open het linker voorportier met het
afneembare sleutelblad (p. 175).
> Het alarmsysteem gaat af, de richting-
aanwijzers knipperen en de sirene
klinkt.
2. Steek de transpondersleutel in het con-
tactslot.
> Het alarm wordt uitgeschakeld.
06
187