WAARSCHUWING
Collision Warning werkt niet in alle rijsitua-
ties, verkeers-, weers- en wegomstandig-
heden. Collision Warning reageert niet op
naderende tegenliggers of fietsers noch op
dieren.
Er wordt alleen gewaarschuwd wanneer
het risico van een botsing groot is. In het
onderdeel "Functie" en "Beperkingen"
wordt geïnformeerd over de beperkingen
die u als bestuurder moet kennen, voordat
u de Collision Warning met Auto Brake
gebruikt.
Er wordt niet gewaarschuwd noch geremd
voor voetgangers en fietsers bij een rijsnel-
heid hoger dan 80 km/h.
In het donker en in tunnels kan niet wor-
den gewaarschuwd noch geremd voor
voetgangers en fietsers – zelfs al brandt de
straatverlichting.
Auto Brake kan een botsing geheel voor-
komen of de botssnelheid verlagen.
Bedien voor een maximale remwerking
altijd het rempedaal – ook al wordt er auto-
matisch geremd.
Wacht nooit een waarschuwingssignaal
van de Collision Warning af. U bent er
altijd verantwoordelijk voor om de juiste
afstand en snelheid aan te houden – ook
bij gebruik van de Collision Warning met
Auto Brake.
Gerelateerde informatie
•
Collision Warning* (p. 231)
•
Collision Warning* - voetgangersdetectie
(p. 235)
•
Collision Warning* - fietsersdetectie (p.
233)
•
Collision Warning* - bediening (p. 236)
•
Collision Warning* - algemene beperkin-
gen (p. 238)
•
Collision Warning* - beperkingen van de
camerasensor (p. 239)
•
Collision Warning* - symbolen en melding
(p. 241)
07 Bestuurdersondersteuning
Collision Warning* - fietsersdetectie
'Collision Warning met Auto Brake en voet-
gangers- en fietsersdetectie' is een hulpmid-
del dat bedoeld is om u te waarschuwen,
wanneer het gevaar bestaat dat u op een
voetganger of achter op een (stilstaande of rij-
dende) fietser of voorligger botst.
Optimaal voorbeeld van wat het systeem als een
fietser beschouwt – met duidelijke lichaams- en
fietscontouren, recht van achteren gezien en in
het verlengde van de hartlijn door de auto.
Voor optimale prestaties van het systeem
moet de systeemfunctie die verantwoordelijk
is voor identificatie van fietsers zo uniform
mogelijke informatie over de lichaams- en
fietscontouren ontvangen – dat houdt in dat
kenmerkende (lichaams-)delen zoals fiets,
hoofd, armen, schouders, benen, borstkas en
buik moeten kunnen worden waargenomen
evenals een bewegingspatroon dat voor men-
sen als normaal te beschouwen is.
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
07
233