Resultaat:
• Het pictogram van de machine in werkstand
- Rijd de machine traag achteruit tot het wiel niet langer op de oprijplaat staat.
- Rem met de machine.
- Vraag een persoon op de grond om het rechtse voorwiel en de slingercilinders te controleren.
Resultaat:
• Het rechtse voorwiel moet omhoog staan en mag niet in contact komen met de grond.
• De rechtse slingercilinder moet ingetrokken zijn, de linkse slingercilinder moet uitgeschoven zijn.
- Vraag de persoon op de grond om weg te gaan.
- Trek de uitschuifbare arm volledig in.
Resultaat:
• Het pictogram van de machine in transportstand
- Vraag de persoon op de grond om de voorwielen te controleren.
Resultaat:
• De twee voorwielen moeten in contact staan met de grond.
- Zet de bovenwagen in de neutrale positie.
- Laat de slingerarm volledig neer.
- Verlaat het platform.
- Plaats dezelfde oprijplaat voor het linkse voorwiel.
- Betreed het platform.
- Hef de slingerarm een beetje.
- Rijd de machine traag vooruit tot het linkse voorwiel op de oprijplaat staat.
- Rem met de machine.
- Draai de bovenwagen 90° naar rechts.
- Schuif de uitschuifbare arm gedurende 3 seconden uit.
Resultaat:
• Het pictogram van de machine in werkstand
- Rijd de machine traag achteruit tot het wiel niet langer op de oprijplaat staat.
- Rem met de machine.
- Vraag de persoon op de grond om het linkse voorwiel en de slingercilinders te controleren.
Resultaat:
• Het linkse voorwiel moet omhoog staan en mag niet in contact komen met de grond.
• De linkse slingercilinder moet ingetrokken zijn, de rechtse slingercilinder moet uitgeschoven zijn.
- Vraag de persoon op de grond om weg te gaan.
- Trek de uitschuifbare arm volledig in.
Resultaat:
• Het pictogram van de machine in transportstand
- Vraag de persoon op de grond om de voorwielen te controleren.
Resultaat:
• De twee voorwielen moeten in contact staan met de grond.
- Zet de bovenwagen in de neutrale positie.
- Laat de slingerarm volledig neer.
- Verlaat het platform.
moet getoond worden op het weergavescherm in het platform.
moet getoond worden op het weergavescherm in het platform.
moet getoond worden op het weergavescherm in het platform.
moet getoond worden op het weergavescherm in het platform.
3 - 29