Levelflex FMP53 HART
6.2
Montage van het instrument
6.2.1
Benodigd montagegereedschap
• Voor inkorten van staaf- of coaxsonde: zaag
• Voor flenzen en andere procesaansluitingen: geschikt montagegereedschap
• Verdraaien van de behuizing: steeksleutel 8 mm
6.2.2
Montage van de "sensor separaat" versie
Dit hoofdstuk geldt alleen voor instrumenten met versie "Sonde-opbouw" = "Sensor
separaat" (kenmerk 600, optie MB of MC).
Voor de versie "Sonde-opbouw" = "Sensor separaat" wordt het volgende geleverd:
• De sonde met de procesaansluiting en de verbindingskabel (3 m/9 ft of 6 m/18 ft)
• De elektronicabehuizing
• De montagebeugel voor wand- of pijpmontage van de elektronicabehuizing
Bij uitlevering is de verbindingskabel verbonden met de sonde.
De sonde met verbindingskabel en de elektronica zijn op elkaar afgestemd. Deze zijn met
een gemeenschappelijk serienummer gemarkeerd. Alleen componenten met hetzelfde
serienummer moeten op elkaar worden aangesloten.
VOORZICHTIG
L
Mechanische belasting kan de stekkers van de verbindingskabel beschadigen of verlies
van de stekkers.
‣
Monteer de sensor en de elektronicabehuizing voordat de kabel wordt aangesloten.
‣
Installeer de kabel zodanig dat deze niet aan mechanische belasting wordt blootgesteld.
Minimale buigradius: 50 mm (2").
‣
Aandraaimoment voor de wartelmoer op de elektronicabehuizing: 6 Nm
‣
Aandraaimoment voor de wartelmoer op de sonde: 20 Nm
Wanneer het meetpunt blootstaat aan sterke trillingen, kan een extra borgmiddel (bijv.
Loctite 243) op de wartelmoeren van de elektronicabehuizing worden aangebracht.
Endress+Hauser
Montage
15