Gebruikershandleiding
5. Selecteer Scaninstellingen, controleer de instellingen, zoals de bestandsindeling waarin u wilt opslaan, en
breng zo nodig aanpassingen aan.
Opmerking:
Selecteer
om uw instellingen als een voorinstelling op te slaan.
x
6. Tik op
.
Gerelateerde informatie
"Contactpersonen beheren" op pagina 55
&
"Originelen plaatsen" op pagina 50
&
"Uw favoriete instellingen vastleggen als voorinstelling" op pagina 21
&
Menuopties voor scannen naar een map
Opmerking:
De items zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van andere instellingen die u hebt geconfigureerd.
Toetsenbord:
Open het scherm Locatie bewerken. Voer het mappad in en stel elk item op het scherm in.
Locatie bewerken:
❏ Communicat. modus
Selecteer een communicatiemodus.
❏ Locatie (vereist)
Voer een maplocatie in om het gescande beeld op te slaan.
❏ Gebruikersnaam
Voer een gebruikersnaam in voor de gekozen map.
❏ Wachtwoord
Voer een wachtwoord in voor de gekozen map.
❏ Verbindingsmodus
Selecteer de verbindingsmodus.
❏ Poortnummer
Voer een poortnummer in.
Contacten:
Selecteer een map in de lijst met contactpersonen om het gescande beeld op te slaan. U moet geen
locatie-instellingen configureren als u de map via de lijst met contactpersonen selecteerde.
Kleurmodus:
Selecteer of u wilt scannen in kleur of zwart-wit.
Bestandsindeling:
Selecteer het bestandstype waarin u gescande afbeelding wilt opslaan.
Scannen
102