●
Alle beelden op de camera kunnen worden bekeken op de
verbonden smartphone wanneer u [Ja] kiest in stap 8. Als u de
camerabeelden privé wilt houden, zodat ze niet kunnen worden
bekeken op de smartphone, kiest u [Nee] bij stap 8.
●
Zodra u een smartphone hebt geregistreerd, kunt u de
bijbehorende privacyinstelling op de camera aanpassen ( = 165).
●
Om verbinding te kunnen maken moet er een geheugenkaart in
de camera zitten.
●
Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via het
Wi-Fi-menu, worden recente verbindingen als eerste vermeld
wanneer u het Wi-Fi-menu opent. U kunt eenvoudig opnieuw
verbinding maken door op de knoppen [
][
het apparaat te kiezen en vervolgens op de knop [
Als u een nieuw apparaat wilt toevoegen, opent u het scherm
voor apparaatselectie door op de knoppen [ ][ ] te drukken
en vervolgens de instelling te configureren.
●
Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven,
kiest u MENU ( = 30) ► tabblad [ 4] ► [Inst. draadloze
communicatie] ► [Instellingen Wi-Fi] ► [Doelhistorie] ► [Uit].
●
Om verbinding te maken zonder bij stap 5 een wachtwoord
in te voeren, kiest u MENU ( = 30) ► tabblad [ 4] ►
[Inst. draadloze communicatie] ► [Instellingen Wi-Fi] ►
[Wachtwoord] ► [Uit]. [Wachtwoord] wordt niet meer
weergegeven op het SSID-scherm (bij stap 4).
●
U kunt ook meerdere beelden in een keer verzenden en
het beeldformaat wijzigen voordat u verzendt ( = 159).
Een ander toegangspunt gebruiken
Als u de camera met een smartphone verbindt met behulp via het
Wi-Fi-menu, kunt u ook een bestaand toegangspunt gebruiken.
] te drukken om
] te drukken.
1
Bereid de verbinding voor.
Open het scherm [Wachten op verbinding]
z
door stap 1–4 van "Een smartphone
toevoegen" ( = 144) te doorlopen.
2
Verbind de smartphone met het
toegangspunt.
3
Selecteer [Ander netwerk].
Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
z
aan de knop [ ] om [Ander netwerk]
te selecteren. Druk vervolgens op de
knop [
].
Er wordt een lijst met waargenomen
z
toegangspunten weergegeven.
4
Maak verbinding met het
toegangspunt.
Bij toegangspunten die WPS
z
ondersteunen, maakt u verbinding met
het toegangspunt en selecteert u de
smartphone zoals wordt beschreven
bij stap 5–8 van "WPS-compatibele
toegangspunten gebruiken" ( = 149).
Bij toegangspunten die WPS niet
z
ondersteunen, volgt u stap 2–4 van
"Verbinding maken met toegangspunten
in de lijst" ( = 151) om verbinding te
maken met het toegangspunt en de
smartphone te kiezen.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus/
Modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Afspeelmodus
Wi-Fi-functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
146