Media selecteren
Vellen papier
1.
Selecteer de modus "Vaste Pagina".
2.
Selecteer het juiste papierformaat (Letter, A4, of Legal).
3.
In Windows Vista / XP / 2000 Professional stelt u het papiertype in op "Vellen".
Rol niet-geperforeerd papier
Wanneer u rollen papier wilt gebruiken, moet u óf een vaste paginalengte kiezen met
behulp van de "Vaste Pagina modus" óf een variabele paginalengte kiezen met behulp
van de "Geen Aanvoer modus" en daarbij een uitwerplengte kiezen met behulp van de
optie "Geen Aanvoer modus Extra Aanvoer".
Wanneer u Windows Vista / XP / 2000 Professional gebruikt, moet u voor alle
onderstaande papiertypes het type instellen op "Rol".
A. Formulieren met Variabele Lengte (bespaart papier)
1. Selecteer de modus "Geen Aanvoer".
2. Stel de waarde van de Geen Aanvoer modus Extra Aanvoer in op de marge die
u wilt aanhouden tussen de laatste afgedrukte regel en het einde van het document.
Bijvoorbeeld 200 regels van 1 inch (25,4 mm) per regel. Op een PocketJet 3
kunt u het papier dan doorschuiven van de printkop naar een positie buiten de
printer. Dat geeft een "afscheur"-positie van een continue roltoevoer die de gehele
afgedrukte pagina omvat.
3. Het geselecteerde papierformaat heeft geen invloed op deze modus, behalve een
maximaal aantal regels per pagina te bieden.
B. Doorlopende Formulieren (bijvoorbeeld geologische opnamen of polygrafi sche
kaarten): (uitsluitend leverbaar in Windows Vista / XP / 2000 Professional drivers)
1.
Selecteer de modus "Geen Aanvoer".
2.
Selecteer "Oneindig Papierformaat".
3.
Stel de waarde van de Geen Aanvoer modus Extra Aanvoer in op de gewenste
lengte.
4.
Controleer of de boven-/ondermarges binnen de toepassingsoftware zijn
ingesteld op nul (0).
C. Vaste Paginalengte
1. Selecteer de modus "Vaste Pagina".
2. Wanneer de lengte overeenkomt met één van de vooraf gedefi nieerde
papierformaten (Letter, Legal, of A4), selecteert u het gewenste papierformaat
op de Installatiepagina voor Geavanceerde Functies met behulp van de
Confi guratiescherm-methode in plaats van de Afdrukinstellingen van de
toepassingsoftware, om deze permanent in te stellen.
Pagina 9