Hoofdstuk 3 Tips over papier gebruiken
Papier invoegen
1. Houd het papier met beide handen glad en steek het in de papierinvoergleuf van de
printer. Zorg ervoor dat de onderrand van het papier parallel ligt met de invoerrol.
2. Duw het papier voorzichtig in de invoergleuf van de printer tot de rol het naar de
startpositie trekt en laat het dan los. Zie afbeelding 14.
Wanneer de printer het papier scheef in de startpositie trekt, kunt u de situatie
als volgt corrigeren:
• Wanneer de printer niet onmiddellijk begint af te drukken, opent u het uitvoerdeksel
zo ver mogelijk. Zie de afbeeldingen 15 en 16, pagina's 41 en 42. Trek het papier
eruit, sluit het deksel en plaats het papier terug.
• Wanneer de printer niet onmiddellijk begint af te drukken, wacht u op de pagina die
moet worden afgedrukt en drukt u deze desnoods nogmaals af.
OPMERKING: Wanneer u papier in de printer doet voordat u de afdrukopdracht
Zie "Velaanvoermodi" , pagina 8 en "Rol niet-geperforeerd papier", pagina 9 en "Rol
geperforeerd papier" pagina 10.
Afbeelding 14. Confi guratie-hulpprogramma
start, kunt u een eventueel scheef ingevoerd vel recht leggen.
Pagina 39