7.8 Logboek (Protocol)
Het apparaat registreert voortdurend per minuut elke relevante meetwaarde, instelling en
foutmelding. Het interne logboekgeheugen is uitgevoerd als doorlopend geheugen. De
logboekfunctie kan niet worden uitgeschakeld, deze is altijd geactiveerd. De meetgegevens
worden onvervalsbaar in het apparaat opgeslagen. Bij een onderbreking van de voedings-
spanning wordt het tijdstip van de spanningswegval en het tijdstip van de spanningsterugkeer
in het apparaat opgeslagen.
De logboekgegevens van diverse perioden kunnen via de USB-interface op een USB-gege-
vensdrager worden geladen, of via Ethernet worden uitgelezen en daarna in het programma
AtmoCONTROL worden geïmporteerd. Vervolgens kunnen de gegevens grafisch worden weer-
gegeven, afgedrukt en opgeslagen.
Het logboekgeheugen wordt door het uitlezen niet gewijzigd of gewist.
1. Steek de USB-gegevensdrager in de aan-
sluiting rechts op de ControlCOCKPIT.
2. Activeer het logboek. Druk op de active-
ringstoets rechts naast de weergave
TOCOL
. De weergave wordt vergroot. De
This month
periode
gemarkeerd. Met de draaiknop kan een
andere logboekperiode worden geselec-
teerd.
3. Neem de selectie over door het indrukken
van de bevestigingsknop. De overdracht
begint, de voortgang wordt met een
statusbalk weergegeven.
4. Als de overdracht is beëindigd, wordt er
een vinkje geplaatst bij de geselecteerde
periode. De USB-gegevensdrager kan nu
weer worden verwijderd.
Hoe de geëxporteerde logboekgegevens in AtmoCONTROL geïmporteerd en kun-
nen worden verwerkt, en hoe de logboekgegevens via Ethernet kunnen worden
uitgelezen, is beschreven in het handboek voor AtmoCONTROL.
D33272 | Stand 12/2019
PRO-
wordt automatisch
Protocol
control range
12.10.2012 12:00
Protocol
1 Week
1 Month
Complete control range
Menumodus
Protocol
1 Week
1 Month
Complete control range
57