De draadloze sensoren koppelen
Voordat u kunt koppelen, moet u de hartslagmeter omdoen of de sensor plaatsen.
Uw navigatietoestel kan worden gekoppeld met draadloze sensoren met behulp van ANT+ of Bluetooth
-technologie. U kunt bijvoorbeeld een hartslagmeter met uw navigatietoestel koppelen. Ga voor meer informatie
over compatibiliteit en de aanschaf van optionele sensoren naar buy.garmin.com.
1 Breng het navigatietoestel binnen 3 m (10 ft.) van de sensor.
OPMERKING: Zorg ervoor dat u minstens 10 m (33 ft.) bij andere sensors vandaan bent tijdens het koppelen.
2 Druk tweemaal op MENU om het hoofdmenu te openen.
3 Selecteer Stel in > Sensors.
4 Selecteer uw type sensor.
5 Selecteer Nieuwe zoeken.
Als de sensor is gekoppeld met uw navigatietoestel, wordt de status van de sensor gewijzigd van Zoeken
naar Verbonden.
Fitnessinstellingen
Druk tweemaal op MENU om het hoofdmenu te openen. Selecteer Stel in > Fitness.
Auto Lap: Hiermee stelt u in dat het navigatietoestel de ronde automatisch na een specifieke afstand markeert.
Gebruiker: Hiermee stelt u uw profielinformatie in. Het navigatietoestel gebruikt deze informatie om
nauwkeurige trainingsgegevens te berekenen in Garmin Connect.
HS-zones: Hiermee stelt u de vijf hartslagzones en uw maximale hartslag voor fitnessactiviteiten in.
Ronden op afstand markeren
Met de Auto Lap
®
functie kunt u de ronde automatisch markeren op basis van een bepaalde afstand. Dit is
handig als u uw prestaties tijdens verschillende delen van een activiteit wilt vergelijken.
1 Druk tweemaal op MENU om het hoofdmenu te openen.
2 Selecteer Stel in > Fitness > Auto Lap.
3 Voer een waarde in en selecteer OK.
Maritieme instellingen wijzigen
Druk tweemaal op MENU om het hoofdmenu te openen. Selecteer Stel in > Maritiem.
Waterkaartmodus: Hiermee stelt u het type kaart in waarmee het toestel maritieme gegevens weergeeft.
Nautisch geeft verschillende kaartelementen in verschillende kleuren weer zodat nautische nuttige punten
beter leesbaar en de kaart dezelfde kleuren heeft als papieren kaarten. Vissen (waterkaarten vereist) geeft
een gedetailleerde weergave van bodemcontouren en dieptepeilingen en vereenvoudigt de kaartweergave
zodat deze optimaal is voor vissen.
Lay-out: Hiermee stelt u de weergave in voor de maritieme navigatiehulpmiddelen op de kaart.
Alarm instellen: Hiermee stelt u een alarm in voor wanneer u van een opgegeven afstand afdrijft terwijl u
voor anker ligt en wanneer u water nadert met een bepaalde diepte
pagina 48).
Maritiem snelh.filter: Berekent gedurende korte tijd de gemiddelde snelheid van uw schip om de
snelheidswaarden te verscherpen.
Maritieme alarmsignalen instellen
1 Druk tweemaal op MENU om het hoofdmenu te openen.
2 Selecteer Stel in > Maritiem > Alarm instellen.
3 Selecteer het gewenste type alarm.
4 Voer een afstand in en selecteer OK.
48
(Maritieme alarmsignalen instellen,
Het toestel aanpassen