F3 Corpus
4.4
De rolstoel vervoeren
4.4.1
Vervoer per voertuig
De rolstoel mag alleen worden vervoerd in voertuigen die voor dit
doel zijn goedgekeurd.
Controleer of de rolstoel goed is vastgezet en of de
wielvergrendelingen zijn geactiveerd. Wanneer de rolstoel wordt
vervoerd in een voertuig, moet de rolstoel in positie zijn gezekerd
door bevestigingsgordels te bevestigen aan de bevestigingsogen aan
de voor- en achterzijde en die met gele stickers zijn gemarkeerd.
Zeker de rolstoel volgens de instructies van de fabrikant van het
goedgekeurde zekeringssysteem in het voertuig. Zorg er altijd voor
dat de vastzetpunten in het vervoermiddel goed verankerd zijn.
Ter vergemakkelijking van het vervoer van de rolstoel kan de
rugleuning met een paar handelingen worden verwijderd of
neergeklapt. Zie 4.1.3.1 Rugleuning verwijderen , Pag. 145
Indien nodig kan de hoofdsteun ook worden verwijderd. Zie
4.1.1 Hoofdsteun , Pag. 139
Voorbereiding voor gebruik
afb. 163. Sticker die de locatie van de
bevestigingsogen aangeeft.
afb. 164. De rolstoel heeft vier vastzetpunten. De
rolstoel en vastzetpositie in deze afbeelding is generiek.
191