140
Infotainmentsysteem
Stel eerst het volume in op uw smart‐
phone (op een hoog niveau). Stel
daarna het volume in op het Infotain‐
mentsysteem.
Bestandsindelingen
Het audiosysteem biedt ondersteu‐
ning voor verschillende bestandsfor‐
maten.
Muziekfunctie activeren
USB- of Bluetooth-apparaat aanslui‐
ten.
Als het apparaat is verbonden/aange‐
sloten, maar de erop opgeslagen
muziekbestanden niet worden afge‐
speeld:
Druk op b, selecteer SOURCES
gevolgd door de desbetreffende bron.
Het afspelen van de audiotracks start
automatisch.
Afspeelfuncties
Afspelen onderbreken en hervatten
Druk op = om het afspelen te onder‐
breken. De knop op het scherm
verandert in l.
Druk op l om het afspelen te hervat‐
ten.
Vorige of volgende track afspelen
Op < of > tikken.
Snel vooruit en achteruit gaan
Houd < of > ingedrukt. Laat de toets
los om naar de normale afspeelmo‐
dus terug te keren.
Ook kunt u de schuifbalk die de posi‐
tie van de huidige track aangeeft naar
links of rechts verplaatsen.
Tracks in willekeurige volgorde
afspelen
Tik herhaaldelijk op de toets om te
wisselen tussen de beschikbare modi
voor een willekeurige afspeelvolg‐
orde.
": tracks in actuele lijst (album,
artiest et cetera) in willekeurige volg‐
orde afspelen.
æ: alle tracks op het verbonden
apparaat in willekeurige volgorde
afspelen.
Ý: tracks in actuele lijst (album,
artiest et cetera) in normale volgorde
afspelen.
Tracks herhalen
Tik herhaalde malen op de toets om
te wisselen tussen herhaalmodus aan
en uit.
–: tracks in actuele lijst (album,
artiest et cetera) herhalen.
Þ: tracks in actuele lijst (album,
artiest et cetera) in normale volgorde
afspelen.